Perspectief 2011-13

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, nr. 13, september2011 49 De Gedaanteverandering van Jezus in het Ethiopisch Christendom door Leo van Leijsen Onderstaande tekst over het feest van de Transfiguratie in het Ethiopisch christendom is een actuele bewerking van een meditatie die werd gehouden voor Radio Maria op 6 augustus 2010. Midden in de zomer, op 6 augustus, wordt het feest van de Gedaanteverandering van Jezus gevierd. Een andere benaming is ‘Transfiguratie’, of ook wel ‘de Verheerlijking op de Berg’. In dit artikel geef ik een beschouwing bij het feest van Transfiguratie in het Ethiopisch christendom. een van de belangrijkste tradities van het christelijk Oosten. We gaan eerst naar het verhaal inn de Bijbel, in het evangelie van Matteüs. 53 Zes dagen later nam Jezus Petrus, Jakobus en diens broer Johannes met zich mee een hoge berg op, waar Hij met hen alleen was. Voor hun ogen veranderde Hij van gedaante. Zijn gezicht ging stralen als de zon en zijn kleren werden wit als licht. Opeens verschenen hun Mozes en Elia, in gesprek met Hem. Petrus zei daarop tegen Jezus: ‘Heer, het is maar goed dat wij hier zijn. Als U wilt, zal ik hier drie hutten maken, voor U één en voor Mozes één en voor Elia één.’ Hij was nog niet uitgesproken of daar kwam een lichtende wolk die hen overdekte, en opeens klonk er een stem uit die wolk: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in wie Ik vreugde vind. Luister naar Hem.’ Toen de leerlingen dat hoorden, wierpen ze zich op de grond en werden ze vreselijk bang. Jezus kwam naar hen toe, raakte hen aan en zei: ‘Sta op en wees niet bang.’ Toen ze hun ogen opsloegen, zagen ze niemand meer dan Jezus alleen. In dit verhaal laat Jezus, kort voor zijn lijden, aan drie leerlingen zijn heerlijkheid zien. Dat was een steun in de rug voor die leerlingen. Ze hadden die vreselijke kruisdood van hun meester nog voor de boeg. De verheerlijking vindt plaats op een berg, die in het Nieuwe Testament overigens nergens de naam Tabor heeft. Maar in Galilea was en is maar één berg van enige omvang en dat is de Tabor. De christelijke traditie heeft daarom de Tabor aangewezen als de berg van de Gedaanteverandering. Samen met de apostelen aanschouwen ook wij, als het ware over hun schouders heen, de grootse heerlijkheid van Jezus. En daar zien we de twee belangrijkste vertegenwoordigers van het Oude Testament: Mozes, de man van de Wet, de Tora – de eerste vijf boeken van de Bijbel –, en Elia, de hartstochtelijke profeet. Wet en Profeten, zou Jezus zélf vaak zeggen, daar gaat het allemaal om. Jezus is de Wet en de Profeten geheel en al komen waarmaken. Wet en Profeten zijn volledig van Hem vervuld geraakt. En Mozes en Elia kijken als het ware instemmend toe. En dan doet Petrus op deze berg een lumineus voorstel: Laten we hier blijven; ik bouw wel drie hutten - drie tenten - voor jullie drie. Misschien was het in die tijd van het jaar, wie weet, het joodse Loofhuttenfeest, waarmee het volk Israël vol dankbaarheid de geslaagde Tocht door de Woestijn herdenkt. Maar God doorkruist de plannetjes van Petrus. Zoals JHWH tijdens de Woestijntocht aanwezig was in de lichtende wolk, zo overschaduwt Hij nu met een wolk het hele tafereel op de berg. God zelf is de beschuttende tent. Hij heeft zijn tent onder ons, mensen, opgeslagen, in Jezus. Daarom wordt bij de Transfiguratie zijn heerlijkheid geopenbaard: Jezus’ heerlijkheid, Gods heerlijkheid. 53 Matteüs 17, 1-8, Willibrordvertaling 1995

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=