Perspectief 2011-13

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, nr. 13, september2011 30 De lokale en universele dimensie van de Kerk door Adelbert Denaux Het grootste gedeelte van Walter Kaspers synthese van vier bilaterale dialogen handelt over de Kerk (blz. 51-136). Hij zegt hierover: “De overvloed aan materiaal bij de behandeling van de Kerk in dit hoofdstuk toont aan dat de ecclesiologie in het middelpunt van de oecumenische dialoog is komen staan” (blz. 130). Dat is inderdaad het geval en het is nog steeds zo. In dit hoofdstuk behandelt Kasper drie grote thema’s: de aard en de zending van de Kerk, de bron van gezag in de Kerk, en het ambt in de Kerk. Het probleem van de lokale en universele dimensie van de Kerk en hun wederzijdse relatie wordt niet om zichzelf behandeld, maar gesitueerd binnen het hoofdstuk over het ambt (het derde hoofdstuk dus). Ik verwijs hier naar punt 4 van dit hoofdstuk, dat als titel draagt: ‘Het ambt: uitgeoefend in de plaatselijke en de universele kerk’. Dat is uiteraard een legitieme benadering, en het zij van meet af aan duidelijk dat de ambtskwestie een grote rol speelt in de problematiek van de verhouding tussen de plaatselijke en de universele kerk. Maar deze problematiek is breder dan de ambtsproblematiek. Het ruimere kader Vooraleer we ingaan op dit punt 4 van Kaspers derde hoofdstuk, willen we eerst iets zeggen over die ruimere problematiek. We doen dit aan de hand van onder meer het studiedocument van de Joint Working Group tussen de Rooms-katholieke Kerk en de WRK, namelijk The Church: local and universal (CLU) uit 1990. 13 Terecht stelt eerstgenoemde document: “De christelijke kerkgemeenschappen hebben verschillende visies op de Kerk als een lokale en universele realiteit. Gemeenschappelijke perspectieven op het theologische verstaan van de lokale en de universele Kerk zijn daarom van cruciaal belang voor het herstel van de christelijke eenheid en zijn vaak behandeld in de oecumenische documenten. Er is slechts één kerk in Gods plan van verlossing. Deze ene Kerk is aanwezig en manifesteert zich in de plaatselijke kerken over de hele wereld. Het is dezelfde unieke Kerk van Jezus Christus, zijn lichaam, die dus aanwezig is in elke lokale kerk. Het is ook dezelfde Geest, die vanaf de dag van Pinksteren, de gelovigen verzamelt in de ene Kerk en in de individuele lokale kerken” (CLU, 2). Ditzelfde document wijst erop dat we de problematiek van de lokale en de universele kerk het best plaatsen binnen het kader van de communio -ecclesiologie, die, aldus W. Kasper, inderdaad volgens de vier bestudeerde dialogen een fundamenteel concept is om de kerk te verstaan (blz. 69-70). Ik citeer: “Meer en meer wordt de grote waarde van het concept van koinonia of communio gezien voor het begrijpen van de veelheid van lokale kerken in de eenheid van de ene Kerk. Koinonia verwijst naar de bron en de aard van het leven van de Kerk als Lichaam van Christus, Volk van God, en tempel van de Heilige Geest. In het bijzonder stelt dit concept ons in staat de twee dimensies van de Kerk - haar lokaliteit en haar universaliteit - niet op te vatten als afzonderlijke entiteiten, maar als twee geïntegreerde dimensies van één werkelijkheid” (CLU, 5). Bijgevolg moet “elke discussie over de koinonia in de lokale en universele kerk eerst worden geplaatst in de bredere context van de ene heilige katholieke en apostolische Kerk, de Una Sancta van de vroegchristelijke Credo’s. De Una Sancta in het plan van God is Gods schepping - een eschatologische werkelijkheid bestaande door de geschiedenis heen vanaf de vroegste dagen ( Ecclesia ab Abel ) tot aan de wederkomst van Christus in heerlijkheid. De lokale en de universele kerk zijn historische manifestaties van de Una Sancta , hoewel ze er niet enkel en alleen mee mogen worden 13 Zie ook het Rapport van de Commissie Dialoog Reformatie - Catholica, De lokale en de universele dimensie van de kerk . 2003

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=