Perspectief 2011-13

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, nr. 13, september2011 15 Er had meer kunnen worden geoogst Enkele overwegingen bij Een rijke oogst door Ton van Eijk 1. Of ik, behalve de eucharistie, ook het doopsel voor mijn rekening wilde nemen, was de vraag van de secretaris van de Katholieke Vereniging voor Oecumene. Geen probleem om daar ja op te zeggen. Want onze tekst is daarover zeer kort: één nummer, drie bladzijden. Dat verbaast niet. Want, zoals de vijf betrokken kerken zelf zeggen, de doop is tussen hen ten tijde van de Reformatie geen issue geweest en is het ook nu niet. Het zou alleen tot uitdrukkelijke erkenning moeten komen. Een punt van zorg, dat pas in de Overwegingen aan het eind van dit hoofdstuk (§ 98, blz. 164) van katholieke zijde wordt geventileerd, is dat in toenemende mate niet-traditionele trinitarische formules worden gebruikt. Daarmee wordt de basis onder dooperkenning weggetrokken. De doop is natuurlijk in de 16 e eeuw wel in het geding geweest, maar dan tussen vier van de vijf betrokken kerken (methodisten waren er toen nog niet) aan de ene kant en de Dopersen aan de andere. In de beknoptheid waarmee hier over de doop wordt gesproken, wordt een beperking van het Harvesting project zichtbaar. De doop is in de laatste jaren namelijk opnieuw in de belangstelling komen te staan, zowel binnen de Wereldraad als binnen onze landelijke raad. 5 Nieuwe gezichtspunten betreffende de doop en het geheel van de christelijke initiatie worden op het ogenblik juist ontwikkeld in dialogen of andere publicaties waarbij de Dopersen en ook de Pentecostals zijn betrokken of waarin althans hun dooptheologie en –praktijk in het blikveld komen. 6 Die nodigen de bij het Harvesting project betrokken kerken uit tot een zowel systematisch- als praktisch-theologische bezinning op de kinderdoop. 2. Ik haast me nu naar de eucharistie, omdat onze tekst daar veel meer over heeft te melden. Net zoals onder de paragrafen over het wijdingsambt wordt ook hier een onderscheid gemaakt tussen de dialoog met de anglicaanse gemeenschap (ARCIC) en de andere drie. Dat heeft zijn voor de hand liggende grond in het feit dat aan het eind van het hele traject tussen rooms-katholieken en anglicanen over de eucharistie een volledige overeenkomst is bereikt. Die overeenkomst betreft de vanouds controversiële kwesties van de werkelijke tegenwoordigheid en het offerkarakter van de mis, maar ook het gegeven dat naar de overtuiging van beide kerken de eucharistie moet worden geleid door een ambtsdrager die daartoe een als sacramenteel beschouwde wijding heeft ontvangen, een punt dat overigens binnen de wereldwijde anglicaanse gemeenschap niet onomstreden is. 7 Er worden twee kwesties genoemd waarop verder moet worden gestudeerd. De eerste betreft een ‘verschil in discipline’, namelijk de verhouding tussen kerkelijke en eucharistische gemeenschap. In tegenstelling tot de Rooms-katholieke Kerk onderhoudt de Anglicaanse Kerk eucharistische gemeenschap met kerken waarvan ze de ambten nog niet erkent en waarmee dus nog geen volledige kerkelijke gemeenschap bestaat op voorwaarde dat er inzake de eucharistie wel overeenstemming bestaat. De tweede kwestie gaat over de aanbidding van Christus in de geconsacreerde gaven waar sommige anglicanen moeite mee hebben. Ik teken bij dit laatste aan, dat de uitkomst van het gesprek daarover niet hoeft in te houden dat ook anglicanen deze devotionele praktijk introduceren. Hier is het oecumenisch 5 Thomas F. Best, Dagmar Heller (eds), Becoming a Christian. The Ecumenical Implications of Our Common Baptism (FO 184). Genève (WCC), 1999; Joint Working Group RCC/WCC, Ecclesiological and Ecumenical Implications of Our Common Baptism . Information Service PCPCU 2005, blz. 188-204 6 De Rooms-katholieke Kerk heeft op mondiaal niveau met de Pentecostals gesprekken gevoerd, met de Dopersen (Baptisten en Mennonites of Doopsgezinden) niet. 7 De Bischoppen van de Church of England hebben in 1997 duidelijk stelling genomen; zie Eucharistic Presidency. A Theological Statement by the House of Bishops of the General Synod . Londen (Church House Publishing)

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=