Perspectief 2011-12

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, nr. 12, juni 2012 32 Gedachten over het eucharistisch offer en de priesterwijding van vrouwen vanuit het perspectief van de oud-katholieke theologie Co-referaat door Mattijs Ploeger Een nieuw boek van Ton van Eijk. 37 Laat ik beginnen met de dingen waarover we kort kunnen zijn. Een boek van Ton van Eijk is goed geschreven, maar is ook mooi geschreven, een lust voor de lezer. Bovendien is een boek van Ton van Eijk in theologisch opzicht zowel gedegen als creatief – en dat is een opmerkelijke combinatie. Een niet minder opmerkelijke combinatie vind ik, dat Ton van Eijk zowel loyaal is aan zijn eigen kerkgemeenschap als principieel open en begripvol richting de oecumene. Hoe makkelijk zou het zijn om de balans naar een van beide kanten te laten doorslaan. Dat het moeilijk maar niet onmogelijk is om de Rooms-katholieke Kerk kritisch trouw te zijn en tegelijk de oecumene recht te doen, bewijst Ton van Eijk in dit boek. Daarvoor past ons dank aan de schrijver. Mij is gevraagd op het boek te reageren vanuit oud-katholiek perspectief. Ik zal ingaan op twee thema’s: de offergedachte in de eucharistie en de wijding van vrouwen tot priester. 1. Het eucharistisch offer en de structuur van het eucharistisch gebed Anamnese en epiclese Eerst iets over het eucharistisch offer. 38 In zijn boek beschrijft Van Eijk de oecumenische overeenstemming die is bereikt rond anamnese en epiclese . Anamnese – gedachtenis van Christus, het ‘dankend gedenken’ in de lijn van joodse dankzegging om Gods grote daden. Epiclese – de aanroeping van de heilige Geest, die immers de ‘Levendmaker’ is, die kan bewerkstelligen wat we bidden. Van Eijk zet uiteen dat het dankend gedenken onder aanroeping van de heilige Geest de werkelijkheid oproept die we in herinnering roepen. De tijd vloeit ineen: de heilsgeschiedenis en de heilstoekomst worden samengebald in dit vierend moment. Voor deze uiteenzetting put Van Eijk niet alleen uit theologische, maar ook uit liturgische bronnen. Als oud-katholiek voel ik me verwant met wat Van Eijk hier beschrijft. Ook de oud-katholieke theologie staat van harte in de oecumenische beweging, met name die van Faith and Order . Evenzeer maakt de Oud-katholieke Kerk van harte deel uit van de liturgische beweging; ook bij ons is de liturgie in zekere zin de ‘theologia prima’ . Vanuit deze achtergrond sluit ik me bij Van Eijk aan als hij zegt dat het offerkarakter van de eucharistie niet is gelegen in een specifieke offerhandeling, maar dat de eucharistie een offer is omdat en voor zover we Christus gedenken en de Geest aanroepen. Anamnese en epiclese bewerken de actuele presentie van Christus en dus ook van zijn offer. En omdat we vierend deelhebben aan Christus, hebben we ook deel aan zijn offer. Wat betekent de ‘offerimus’-terminologie? De inhoudelijke christelijke offergedachte (de zelfgave van Christus waarbij we onze zelfgave aansluiten) behoeft dus niet apart te worden vermeld in bewoordingen van het eucharistisch gebed. Door het gedenken van Christus en het bidden om de Geest is Christus’ offer een werkelijkheid in ons midden. Waarom dan toch de offertaal ( offerimus ) op een heel specifiek moment van het eucharistisch gebed? De internationale oud-katholieke theologie, op dit punt vooral gevormd aan onze Zwitserse faculteit, gaat ervan uit dat het aanbieden of offeren van brood en wijn niet duiden op het offerkarakter van de mis, maar zijn te verklaren vanuit de oorspronkelijke structuur en betekenis van het eucharistisch gebed. 39 In deze – volgens de 37 Ton van Eijk, Eucharistie. Het woord en het brood (Theologische perspectieven 4), Bergambacht, 2011 38 Eucharistie , hoofdstuk 1, 2 en 3 39 Vgl. Herwig Aldenhoven, Darbringung und Epiklese im Eucharistiegebet. Eine Studie über die Struktur des Eucharistiegebetes in den altkatholischen Liturgien im Lichte der Liturgiegeschichte . In: Internationale Kirchliche

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=