Perspectief 2010-10

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, nr. 10, december 2010 8 Twee getuigenissen van jongeren Mijn weg met Taizé (Eva) De eerste keer dat ik een Taizé-viering mee maakte, was in 1999. Als tienjarige werd ik op sleeptouw genomen door mijn grote zus. Het was op de zaterdagavond van de Nederlandse Ontmoeting, die dat weekend in Utrecht plaatsvond. Alle kaarsjes, die ik mocht helpen aansteken, de overvolle kerk, de muziek; het maakte allemaal een diepe indruk op me. De liederen in vreemde talen kon ik gewoon meezingen en al begreep ik niet precies wat ze betekenden, ik had het gevoel dat ze belangrijk waren en dat er iets moois gebeurde. Bij mijn weten heb ik sindsdien naar Taizé gewild. Nu, elf jaar, drie Taizé-reizen en heel veel Nederlandse vieringen later is er een hoop veranderd, maar de indrukwekkendheid van de gebeden is eigenlijk nog hetzelfde. Soms probeer ik vriendinnen over te halen om mee te gaan naar Taizé, als ik denk dat ze het leuk vinden. Meestal kijken ze dan, positief uitgedrukt, enigszins bedenkelijk bij het idee dat ze drie keer per dag naar de kerk moeten. In een poging hen te overtuigen dat ik echt niet van plan ben om ze naar een sekte op een heuvel te lokken, zeg ik dat dat best meevalt, dat als ze echt niet willen ze heus niet zo vaak hoeven. Pure bluf. Simpelweg omdat ik weet dat ze daar in het ritme van de dag elke keer zullen gaan, zich thuis zullen voelen in de kerk en dat het juist de gebeden zijn die ze lang zullen bijblijven. Nieuwe mensen ontmoeten, samenwerken, genieten van de omgeving, kampvuurliedjes zingen: het is allemaal mooi en hoort er ook bij, maar niets is zo bepalend voor Taizé als de vieringen. Ze zijn een teken van gastvrijheid, hoe welkom iedereen daar is. De liederen geven rust. Door ze steeds weer te herhalen en te zingen wordt je haast automatisch teruggebracht tot wat echt belangrijk en betekenisvol is. Het bindt je als gemeenschap. Of je nu met vijf of vijfduizend mensen bent, je zingt ze samen. En tegelijkertijd is er in dat collectief ruimte voor jou als individu. Je kunt heel goed je persoonlijke intenties in de muziek leggen. Of je nou twijfelt, nooit hebt geleerd om te bidden of het als routine al je hele leven doet, je kunt zingend meebidden. En voor al je verwarring en angst, dankbaarheid, boosheid en geluk is plaats in Taizé, ruimte in de vieringen. Dat geeft een rust die verder gaat dan een ontspanningsoefening. Het geeft een creatief soort rust die ruimte maakt voor echt contact met God, een ruimte die plaats maakt voor Christus. Niet iedereen zal dit zo verwoorden, maar ik denk dat op een of andere manier iedereen wel iets ervaart van die aanwezigheid. De gebeden zitten in Taizé in het ritme van de dag ingesleten. Maar iets van dat samenzijn en van die aanwezigheid kun je meenemen naar Nederland. Zo is er in het huis waar ik woon een kapel waar we twee keer per dag een gebed in de stijl van en met de muziek van Taizé hebben. En ja, soms raast mijn leven langs de kapel heen, en nee, ik sta zeker niet elke ochtend juichend om half 8 naast mijn bed voor het ochtendgebed. Maar ik vind het heel fijn om juist in de drukte, de haast, het druilerige Nederlandse weer en dagelijkse ellende als een ochtendhumeur samen met huisgenoten tijd voor contact, tijd voor God te maken. Het verbindt ons met boven, met elkaar. Het is waardevol om samen stil te zijn en te zingen. Het kan ook lastig zijn, of ik kan druk zijn met allerlei zaken die niet horen bij die basis die je kunt (her)ontdekken in Taizé. Maar vaak genoeg voel ik nog de verwondering die ik ook als tienjarige had: de zekerheid dat er iets moois gebeurt, ook als ik niet precies begrijp hoe dat werkt.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=