Perspectief 2009-5

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, Jrg. 2, nr.5, september 2009 8 op sociaal-ethisch terrein van Justitia et Pax, Kerk en Wereld en het Multidisciplinair Studie- centrum voor Kerk en Samenleving. Als docent Oecumenica en later hoogleraar Oecumenische en Interculturele Theologie aan de Universiteit Utrecht mocht ik vijfentwintig jaar lang bijdragen aan de oecumenische vorming van protestantse, oud-katholieke en rooms-katholieke theologiestudenten en promovendi. Zo kan ik niet anders zeggen dan dat mijn leven en werken zijn bepaald door de oecumenische beweging. Faith and Order heeft mijn geloof bewaard. En, samen met mijn vrouw, heb ik mij mijn leven lang verbonden en verwant gevoeld met zowel de ruimte van de wereldwijde Catholica Romana, als met de Nederlandse Oud-katholieke Kerk en met vele tradities die ontspringen aan de Reformatie van de 16 e eeuw, met een bijzondere voorliefde voor de Lutheranen, maar feitelijk in veelvuldig contact met de kerken van de Nederlandse Reformatie. Ik voel me thuis in de ruimte van de oecumene. Daar sta ik, ik kan niet anders! Leven met het gezicht en het gehoor naar elkaar: naar een oecumenische leefwijze van de kerken Tegelijkertijd denk ik, dat, - wil er sprake zijn van een oecumenische cultuur en een oecume- nische leefwijze van de kerken - er veel meer onderlinge uitwisseling van geloofservaring zou moeten zijn, wisselende contacten met andere geloofstradities en nieuwe allianties tussen mensen met verschillende levensovertuigingen. Kortom: de bereidheid om buiten de eigen kring te treden en te luisteren “naar wat de Geest van God via de andere kerken” aan ons, dat wil zeggen aan de eigen kerk en het eigen geloof, te zeggen heeft, zoals het in § 54 van de Limatekst over het kerkelijk ambt is geformuleerd. 4 Dit leerproces, dat ik zelf heb mogen doormaken, kent, aldus de latere kardinaal Willebrands in een beleidsdocument van de Sint Willibrordvereniging uit 1948, drie fasen. Allereerst het leggen van goede contacten met gelovigen en voorgangers van andere kerken en een vriendelijke omgang met andersdenkenden. Vervolgens een nauwkeurige en onbevooroordeelde (fenomenologische) studie van hun geloofsovertuigingen en kerkelijke praktijk. En tenslotte de fase van het leren van elkaars opvattingen, kerkvormen en spiritualiteit om waar nodig ook de eigen geloofstraditie en kerkvormen te kunnen herijken en hervormen. Geen echte oecumene, zonder een gastvrije kerk, die de andere kerken als zusterkerken serieus neemt Na 40 jaar intensieve contacten tussen de kerken via een uitgebreid netwerk van raden van kerken en uitwisseling van geloofservaringen tussen mensen in gemengde huwelijken, in bedrijf en beroep, op bruiloften en uitvaarten, op buurtfeesten en in politieke partijen zijn we geen vreemden meer voor elkaar. Na veertig jaar uitwisseling van theologische denk- beelden, liturgische vormen en liederen, na tal van historische studies over de schisma‟s en excommunicaties van het verleden en met een nieuwe gemeenschappelijke bijbelvertaling in de hand hoeven er geen vooroordelen meer te leven over protestantse zwaarmoedigheid en gebrek aan symboliek, over paapse superstitiën en stoutigheden of over oosters-orthodox klerikalisme en byzantinisme. Na veertig jaar oecumenische dialogen op hoog niveau en dik 1500 pagina‟s met voorlopige oecumenische akkoorden over alle controversen uit het verleden wordt het tijd voor een waarachtige receptie, niet alleen van deze akkoorden, maar ook van de andere kerken als zusterkerken binnen de wettige verscheidenheid van het volk van God en het Lichaam van Christus, zoals het Nieuwe Testament daarvan getuigt. Elkaar vertrouwen als zusterkerken, elkaar tegemoet treden als gelijken ( par cum pari ) 5 en van elkaar te willen leren - inclusief het toelaten en stellen van kritische vragen - zijn dat niet de kenmerken van waarachtige christelijke communio en koinonia , zoals het Willebrands al in 1948 voor ogen stond als doel van de oecumenische beweging? Wordt het dan na zestig 4 De Commissie voor Geloof en Orde (Faith and Order) van de Wereldraad van Kerken produceerde in 1982 in Lima drie consensusteksten, respectievelijk over de doop, de eucharistie, en het kerkelijk ambt (Ministry). 5 Cf. Unitatis Redintegratio : Decreet over de Oecumene d.d. 21 november 1964, § 9.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=