Perspectief 2009-5

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, Jrg. 2, nr.5, september 2009 3 In het derde deel wordt gewezen op het kernprobleem van een oecumenische cultuur, namelijk dat de innerlijke gemeenschapsopbouw, die Kerken eigen is en moet zijn, moet worden verenigd met een ontvangende en ontvankelijke openheid naar andere christelijke Kerken. Begrip voor ander meningen en gewoonten, juist ook in het streven Kerk van Christus te zijn, en besef dat Kerken delen van de Waarheid bij elkaar kunnen vinden, moeten de hele kerkgemeenschap kleuren. Dat betekent hoe dan ook dat oecumene actief moet worden nagestreefd en niet enkel passief moet worden geaccepteerd. Het vierde deel tenslotte biedt een poging te komen tot een model van aanpak voor een passende organisatie van Kerken die zich actief voor de oecumene willen inzetten. Zijn er organisatorische voorwaarden te formuleren om de spanning tussen eigenheid en openheid op te vangen? Timmerman en Van der Ven gaan daarvoor te raden bij het christelijke kloostermodel. Dat model is in hun visie gebaseerd op samen bidden, samen werken en een grote gastvrijheid voor iedereen die daarom vraagt. Uit de hedendaagse praktijk blijkt, dat veel mensen, met welke (religieuze) achtergrond ook, aankloppen bij een klooster om zichzelf te vinden in de geestelijke gastvrije gemeenschap die zich heeft gevormd en steeds weer vormt rond de persoon van Jezus Christus. Enerzijds vormt elk klooster dus een eigen gemeenschap, die zichzelf intern op eigen wijze levendig houdt resp. moet houden. Anderzijds wordt ieder die de behoefte heeft om tot zichzelf te komen de gelegenheid tot bezinning en tot deelname aan activiteiten van het kloosterleven gegeven. Wanneer gastvrijheid een constitutief element van het kloosterleven is, kunnen de ervaringen die met gasten worden opgedaan bevruchtend werken voor het leven in het klooster en voor de interne gemeenschap. Naar analogie van deze gastvrijheid zou elke kerkgemeenschap – parochie en kerkelijke gemeente – in haar programma en organisatie aan oecumene als een wezenlijke en niet als een bijkomstige praktijk aandacht moeten geven, juist ook ter wille van de groei van het eigen gemeenschapsleven en van het eigen gemeenschapsgevoel. Voor wat betreft het samen bidden en samen werken, de beide andere basiselementen van het kloostermodel, zou meer aandacht kunnen worden besteed aan de etalage van praktische wenken, die zijn te vinden in „Een handboek voor de spirituele oecumene‟ van Kardinaal Walter Kasper, voorzitter van de Pauselijke Raad ter Bevordering van de Eenheid van de Christenen. 3 Voor wat betreft de uitgangspunten voor gastvrijheid heeft bijvoorbeeld de heilige Benedictus in zijn Regel nuttige dingen gezegd: laat de gast volledig in zijn of haar waarde, straal geen zelfvoldaanheid uit, neem jegens de gast een dienende houding aan en besteed bijzondere aandacht aan de arme en de vreemdeling. Dergelijke uitgangspunten kunnen in oecume- nische zin worden vertaald, waarbij het bewustzijn kan helpen, dat wij allen zoeken naar waarheid, maar ook “dat een waarheid die tegen de vrijheid in wordt opgedrongen aan betekenis en waarde verliest wanneer ze geen innerlijke instemming krijgt”. 4 In de opzet voor hun project en de beoogde publicatie merken Timmerman en Van der Ven tot besluit nog op, dat de aanpak die ze voorstaan kan worden ondersteund door ook in de aankleding van kerken en in het gebruik van taal in preek en liturgie rekening te houden met de oecumenische dimensie. Niet om werkelijkheden te verdoezelen of te laten vervagen, maar om te laten blijken, dat de eigen cultuur een oprechte oecumene wil insluiten. Als we daarvan eens (meer) werk zouden maken, zou er mijns inziens al veel gewonnen zijn. Eric Roovers redacteur Perspectief 3 Kardinaal Walter Kasper, Een handboek voor de spirituele oecumene . Kerkelijke Documentatie 2006/1, SRKK Utrecht. Naar de mening van Timmerman en Van der Ven blijkt overigens uit deze „etalage‟, dat aan nagenoeg elke activiteit een oecumenische dimensie is te onderkennen. 4 In: Tot vrijheid geroepen . Brieven van Kardinaal Simonis nummer 8, november 2003

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=