Perspectief 2009-4

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, Jrg. 2, nr.4, juni 2009 3 Scheiding en vervreemding Calvijn en Ignatius verlaten zoekend Parijs. Hun verdere weg was nog niet uitgetekend. Naar Parijs zouden ze niet terugkeren maar ze werden er wel gevormd en de invloed bleef. Ondertussen waren de religieuze en politieke evenwichten in Europa grondig veranderd. Na de aardbeving van de Lutherse reformatie waren niet alleen de religieuze maar ook de politieke spanningen toegenomen. De vrede en de eensgezindheid waren zoek en niet eens gewenst! Controverse en excommunicatie vierden hoogtij. Toch moest er ook aan heropbouw, organisatie en hervorming van het kerkelijk leven worden gedacht. Bovendien had de Rooms-katholieke Kerk een strijdvaardige en verbitterde concurrentie gekregen. Zij moest zich dus door “contrareformatie” verdedigen en afgrenzen. Daarin zou de jonge jezuïetenorde als controversist een belangrijke rol spelen, in haar gewoon apostolaat, in het onderwijs, in de publicaties en het theologisch werk, maar ook door politieke contacten. Na zijn aankomst in Rome werd Ignatius tot zijn dood in juli 1556 eerst en vooral de algemene overste van een snel groeiende religieuze orde, waarvoor hij de Constituties schreef. Zelf had hij nauwelijks contact met de protestantse Reformatie. Maar via een intense en goed geordende briefwisseling werd hij op de hoogte gehouden door paters als Peter Favre of Petrus Canisius die in Duitsland, Frankrijk of de Nederlanden deze contacten wel hadden. Zo werd de Reformatie naast de buitenlandse missionering een dringende apostolische prioriteit in de Romeinse centrale. Als banneling bleef Calvijn dromen van hervorming in Frankrijk. Hij vertegenwoordigt de tweede generatie, voor wie Luther, Zwingli, Bucer en anderen de grondslagen hadden gelegd maar die halfweg waren gestopt. Hij wilde “de hervorming van de Kerk volgens het Woord van God” voltooien. Calvijn was een scherpzinnige jurist, humanistisch gevormd, die door zelfstudie een vooraanstaand exegeet en theoloog werd. Uit zijn verwezenlijkingen in Genève blijkt tevens dat hij een uitstekende organisator was. De opbouw van de gemeenten werd geregeld door de ‘kerkelijke ordeningen’ waarin een striktere ambtsstructuur werd voor- gesteld, die was geïnspireerd door de bijbel en door de Geneefse stadsorde. Hier vestigde hij ook de Academia waar de pijlen werden gescherpt voor de verbreiding van de Hervorming in Europa. Calvijn heeft ook ontzettend veel geschreven: brieven, preken, allerhande traktaten, strijdschriften en bijbelcommentaren. Zijn levenswerk is een vierdelig handboek van theologie: de Institutio Christianae Religionis , waarvan een eerste editie verscheen in 1536 als een soort catechismus en die later herhaaldelijk werd omgewerkt tot de vijfde en laatste editie in 1559/1560 verscheen als een lijvig, systematisch studieboek. Deze summa wordt terecht als een theologisch meesterwerk geroemd. Ze biedt meer dan een theoretische uiteenzetting, want ze tekent tevens een omvattende christelijke levenswijze en spiritualiteit uit. Ignatius en Calvijn hebben elkaar dus niet ontmoet. Weliswaar waren Calvijn en Peter Favre, één van de eerste gezellen van Ignatius, in 1540/1541 aanwezig bij de godsdienst- gesprekken van Worms en Regensburg. Maar Calvijn, die er de Franse protestanten vertegenwoordigde, speelde slechts een bescheiden rol naast Melanchthon en Bucer, en was eerder sceptisch. Favre maakte deel uit van het gevolg van Dr. Pedro Ortiz, de theoloog van de Karel V. Ook hij was niet enthousiast en had nauwelijks contact met de deelnemers maar wijdde zich vooral aan apostolisch werk. Hij verlangde wel om Melanchthon en andere protestanten te ontmoeten maar dit was niet toegestaan. Calvijns naam ontbreekt in zijn werken! Veronderstellen we even dat Calvijn en Ignatius een geschrift hadden uitgewisseld waarin zij hun visie beschreven. Dan had Calvijn wellicht zijn antwoord aan Kardinaal Jacopo Sadoleto gezonden. Hierin verdedigt hij de Geneefse reformatie maar valt tevens frontaal de paus aan en zet kort zijn eigen leer in verband met de rechtvaardiging en de heiliging, de sacramenten en de kerk uiteen. Hij klaagt vooral de verwaarlozing van het Woord Gods door de papisten en de invoering van allerhande bijgeloof aan. Toch komt hij krachtig op voor de eenheid van

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=