Perspectief 2009-4

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, Jrg. 2, nr.4, juni 2009 2 gesticht humanistisch college - te studeren. Zo kan hij zich verdiepen in de klassieke talen, maar ook het reilen en zeilen in het koninkrijk van Frans I observeren. In deze humanistische en universitaire kringen maakte Calvijn ook kennis met de bemoeiingen voor een kerkelijke hervorming in de katholieke wereld en met het opkomende protestantisme van Lutherse en Zwingliaans-Zwitserse oorsprong. Calvijn is in die jaren een zoekende jonge man in een vertrouwde omgeving. Maar door “een plotselinge bekering wordt hij tot volgzaamheid gedwongen.” Hij keert zich in 1533/1534 af van de papistische bijgelovigheden en voelt zich gegrepen door een verlangen naar de ware vroomheid. Deze bekering is minder dan bij Luther een theologische ontdekking dan wel een beslissing om zich voortaan als predikant in te zetten “om de kerk terug te voeren tot haar oorspronkelijke vorm en ze te herstellen in haar authenticiteit, door ze te zuiveren van elke dwaling.” Ondertussen is er in Parijs een hevige vervolging van de protestanten uitgebroken en bijgevolg trekt Calvijn, bedreigd, weg, zwerft enkele maanden rond in Frankrijk en verblijft zelfs enige tijd in Italië te Ferrara. Uiteindelijk vestigt hij zich even over de grens in Basel en publiceert er een eerste, bescheiden uitgave van “het onderricht in de christelijke godsdienst” ( Christianae religionis institutio ). Hiermee wil hij getuigenis afleggen van zijn geloof, de lezers bemoedigen en de Franse koning in een begeleidende brief geruststellen. Het boekje kende onmiddellijk succes en vestigde Calvijns gezag in de hervormde wereld. In feite blijft hij zich een banneling voelen. Na een eerste verblijf in Genève dat uitloopt op twist en verbanning, vestigt hij zich in Straatsburg (1538-1541). In 1541 roept het stadsbestuur van Genève de hervormer terug. Pas in 1559 wordt hij volwaardig burger en volop erkend en gehuldigd als Reformator van de stad. Ignatius van Loyola arriveert in Parijs in het jaar dat Calvijn de stad verlaat, in 1528 dus. Geboren in 1491 is hij achttien jaar ouder dan Calvijn. Hij heeft reeds een bewogen leven achter zich en is getekend door een diepe geestelijke en mystische ervaring als bekeerde Baskische hoveling en begenadigde zielenleider. Door zijn studie in Parijs wilde hij zijn verlangen om de zielen te helpen aanvullen en er enkele gezellen verzamelen die hetzelfde verlangen deelden. Als extern student studeert Ignatius wijsbegeerte ( artes ), aanvankelijk aan het college van Montaigu en weinig later in Sainte-Barbe. In 1535 behaalt hij de graad van magister artium. Ondertussen groeit er rondom hem een internationale groep van “vrienden in de Heer”. Belangrijk voor de verdere evolutie van de groep zijn de geloften in de kapel van Montmartre op 15 augustus 1534. Ze beloven om naar Jeruzalem te pelgrimeren. Indien ze geen toestemming zouden krijgen om er te blijven, dan zouden ze naar Rome gaan “om zich aan de plaatsbekleder van Christus [d.w.z. de paus] aan te bieden, opdat die hen aan het werk zou stellen waar het hem meer tot eer van God leek en tot heil van de zielen.” Zo beschrijft Ignatius de gelofte in het Verhaal van de Pelgrim (§ 85). In april 1535 reist Ignatius naar Spanje en in november naar Italië. In januari 1537 zijn de gezellen in Venetië opnieuw verenigd. Een jaar later is het duidelijk dat een overtocht naar Jeruzalem wegens de oorlogen onmogelijk was. Nieuwe horizonten openden zich: Jeruzalem, Rome, de wereld. Leefde Calvijn in Parijs in de universitaire, humanistische Franse wereld, dan was dit voor Ignatius vooral in een kring van Spanjaarden en in de groep gezellen. Beiden leefden alzo enkele jaren in dezelfde roerige kerkelijke, politieke en intellectuele wereld. Maar het is onwaarschijnlijk dat ze van elkaars existentie wisten. Beiden hebben hun persoonlijke ontwikkeling en hun bekering beschreven in twee belangrijke getuigenissen. Ignatius in een autobiografisch onderhoud met Luis Gonçalves da Câmara dat met de titel Verhaal van de Pelgrim de geschiedenis inging en Calvijn in de Voorrede van het commentaar op de Psalmen . Het is boeiend om deze twee teksten naast elkaar te leggen en te zien hoe beiden hun levensweg zochten. Beiden kwamen uit bij de apostolische dienst aan de zielen: het Woord van God, het evangelie verkondigen door prediking en onderricht en zo de mensen van hun tijd helpen en het kerkelijk leven hervormen, maar feitelijk historisch als antagonisten. Bij beiden ging het om een ware en een valse kerk en dit leidde tot een noodlottige scheiding.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=