Perspectief 2009-4

Perspectief, Digitaal Oecumenisch Theologisch Tijdschrift Katholieke Vereniging voor Oecumene, Jrg. 2, nr.4, juni 2009 13 transsubstantiatieleer nuanceerde door haar in haar historische context te plaatsen. 32 Huib Zegwaart liet dezelfde dag vanuit pinksterperspectief het licht op deze materie schijnen en slaagde erin de breedheid van gebruiken en gedachten in de pinksterbeweging bij elkaar te brengen door niet zozeer op de avondmaalsopvatting maar op de avondmaalsbeleving te focussen. 33 Het is duidelijk dat niet het nauwgezet analyseren van posities en verschilpunten in deze dialoog vooropstaat, maar het uitleggen waar de eigen traditie voor staat en dit bevattelijk maken voor de ander. Spreken over deze heikele punten heeft klaarblijkelijk niet tot verwijdering of frustratie geleid, integendeel. Zegwaart vraagt zich zelfs af of, ondanks de duidelijk verschillende opvattingen, de beleving van avondmaal / eucharistie in beide tradities fundamenteel anders ligt. 34 Dit neemt echter niet weg dat er theologisch een behoorlijke kloof is – en blijft – tussen beide geloofsgemeenschappen. En het is, gezien de huidige doelstellingen en de huidige dialoogpartners, niet te verwachten dat hierover vanzelf een dieptegesprek zal ontstaan. De geschiedenis leert ons dat in deze theologisch bescheiden opzet een zeker gevaar schuilt. Het is immers eerder in de geschiedenis van de pinksterbeweging gebleken dat goede relaties met andere kerken op basis van primair een ‘gevoel van (h)erkenning’ naar aanleiding van conflicten of invloed van derden kunnen omslaan. Dan worden ineens de theologische verschillen weer benadrukt om distantiëring te rechtvaardigen. 35 4. De blik vooruit… We hebben stilgestaan bij de karakteristieken en de ontwikkeling van de dialoog tussen de VPE en rooms-katholieken die tien jaar geleden is opgestart op initiatief van de Katholieke Charismatische Vernieuwing. Ik wil tot slot even de blik vooruit richten en nadenken over de toekomst van deze dialoog. De dialoog heeft haar waarde in de afgelopen 10 jaar zeer zeker bewezen en het zou goed zijn als ze in de toekomst, op basis van haar huidige verwezenlijkingen, haar invloed zou kunnen vergroten. Het is mijn bescheiden mening dit op twee manieren zou kunnen, die echter een keuze impliceren voor haar verdere ontwikkeling. De eerste optie is om de kaart te trekken van de ‘ geestelijke herkenning op interpersoonlijk niveau ,’ de kaart die tot nu toe duidelijk de primaire nadruk heeft gekregen in de ontmoetingen, zeker in de eerste fase van de dialoog (1999-2002). Om de herkenning over kerkgrenzen heen te vergroten zou het aantal interpersoonlijke contacten van pinkstergelovigen en katholieken moeten groeien. Dit zou bijvoorbeeld kunnen gebeuren door steeds meer en nieuwe mensen uit beide tradities op de dialoogdagen uit te nodigen. Ontmoeting en dialoog kan dan gebeuren middels nabespreking van de lezingen in kleine, gemengde groepen. Zo zou men tegemoet komen aan de eerste zwakheid die in dit artikel is genoemd, namelijk dat het huidige aantal deelnemers mogelijk te beperkt is om werkelijk tot een mentaliteitsverandering te komen in de bredere bewegingen waaruit de dialoog- participanten afkomstig zijn. De tweede optie is om de kaart te trekken van de ‘ diepgaande theologische dialoog .’ Dit zou betekenen dat de nadruk zou verschuiven naar het uitpluizen van theologische eigenheden en verschillen en het zoeken naar gedeelde geloofsovertuigingen. Dit is in de tweede fase van de dialoog (2002-2008) al meer naar voren gekomen. Gedeelde theologische formuleringen zouden de achterban kunnen helpen de theologische afstand tot elkaar beter 32 Joseph Lescrauwaet, ‘Ontmoeting met Christus in Eucharistie en Avondmaal’ (lezing te Amersfoort, 28 november 2003). Zie voor de volledige lezing StuCom0111. 33 Huib Zegwaart, ‘Pinkstergemeenten en avondmaalsbeleving’ (lezing te Amersfoort, 28 november 2003). Zie voor de volledige lezing StuCom0112 . 34 Zegwaart, ‘Pinkstergemeenten en avondmaalsbeleving’, pag. 7 35 Een klassiek voorbeeld is de invloed die de groeiende relatie met het fundamentalistisch evangelicalisme op de oecumenische betrokkenheid van de pinksterbeweging heeft gehad. Zie het Final Report van de Internationale Dialoog: ‘Evangelism, Proselytism and Common Witness’, §86 en Paul van der Laan, Eén van Geest , hoofdstuk VI.B: ‘Stromingen en vibraties’.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=