Van Conflict naar Gemeenschap

72 HOOFDSTUK IV sacramenteel priesterschap tot het priesterschap van Christus. Katholieken stellen dat priesters “op een bijzondere manier in Christus’ priesterschap delen en door de heilige taken uit te voeren optreden als dienaren van hem die door zijn Geest onophoudelijk zijn rol als priester voor ons welzijn uitoefent in de liturgie” (PO 5). Volheid van het sacramenteel teken 191. Volgens katholieken ontbreekt in lutherse ordinaties de volheid van het sacramenteel teken. In de katholieke leer maken “praktijk en leer van apostolische successie in het episcopaat, samen met het drievoudig ambt, deel uit van de complete structuur van de kerk. Deze successie geschiedt corporatief: bisschoppen worden opgenomen in het college van katholieke bisschoppen en hebben zodoende de volmacht tot ordinatie. Het is daarom ook katholieke leer dat in de lutherse kerken het sacramenteel teken van ordinatie niet volledig present is, want degenen die de ordinatie voltrekken handelen niet in gemeenschap met het katholieke episcopaal college. Daarom spreekt het Tweede Vaticaanse Concilie van een defectus sacramenti ordinis (UR 22) in deze kerken.”63 Wereldwijd ambt 192. Tot slot hebben katholieken en lutheranen een andere opvatting van de ambten en de autoriteit van dienst en leiderschap op bovenregionaal niveau. Voor katholieken heeft de paus “volledige, hoogste en universele autoriteit over de kerk” (LG 22). Het college van bisschoppen oefent ook het hoogste en volledige gezag uit over de universele kerk “samen met zijn hoofd, de bisschop van Rome, en nooit zonder dit hoofd” (LG 22). The Apostolicity of the Church wijst erop dat lutheranen “de competentie van leidende organen boven de individuele kerken en de bindende kracht van hun besluiten” op verschillende manieren uitleggen (ApC 287). Overwegingen 193. In de dialoog is meermaals opgemerkt dat de relatie tussen bisschoppen en presbyters begin zestiende eeuw anders werd opgevat dan tijdens 63 Vgl. R. Lee, J. Gros, FSC (red.), The Church as Koinonia of Salvation. Its Structures and Ministries, Washington, D.C.: United States Conference of Catholic Bishops, 2005, 49-50 (§§ 107–109).

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=