Van Conflict naar Gemeenschap

34 HOOFDSTUK III beschikbaar waren. Maar op den duur bleek deze toestroom niet toereikend. 67. Het is opmerkelijk dat de hervormers tot 1535 hebben gewacht voor ze in Wittenberg hun eigen ordinatie regelden. In de Augsburgse Confessie verklaarden de hervormers bereid te zijn de bisschoppen te gehoorzamen, mits die zouden toestaan dat het evangelie gepredikt kon worden volgens Reformatorische overtuigingen. Aangezien die toestemming uitbleef, moesten de hervormers kiezen tussen handhaving van de traditionele priesterwijding door de bisschop, waarmee ze de reformatorische prediking opgaven, of vasthouden aan de reformatorische prediking en predikanten door andere pastores laten wijden. De hervormers kozen voor dit laatste en grepen terug op een exegetische traditie van de pastorale brieven, die terugging op Hieronymus. 68. Leden van de theologische faculteit in Wittenberg onderzochten namens de kerk leer en leven van de kandidaten. Ordinaties vonden in Wittenberg plaats en niet in de gemeenten van de aanstaande pastores, aangezien ze tot dienst aan de gehele kerk werden gewijd. Het getuigschrift van de ordinatie benadrukte dat de geordineerde de leer van de Katholieke Kerk onderschreef. De rite van ordinatie bestond in handoplegging en een gebed tot de heilige Geest. THEOLOGISCHE POGINGEN OM HET CONFLICT BIJ TE LEGGEN 69. De Augsburgse Confessie was een poging om het religieuze conflict van de lutherse Reformatie op te lossen. Het eerste deel (artikel 1-21) stelt dat de lutherse leer in overeenstemming is met de leer van “de Katholieke Kerk, of van de Romeinse kerk”; het tweede deel geeft argumenten voor de veranderingen die de hervormers invoerden om bepaalde praktijken te corrigeren die zij “verkeerd” achtten (artikel 2228). Het slot van deel 1 luidt: “Dit is zo ongeveer in hoofdzaak onze leer; daarin kan men niets ontdekken wat afwijkt van de Schriften en van de Katholieke of van de Romeinse Kerk, voor zover ons bekend

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=