Samengeroepen om vredestichters te zijn

SAMEN NADENKEN OVER THEOLOGIE 85 als broeders en zusters zeggen dat zij een geestelijke nabijheid ervaren in het delen van de maaltijd en als zij de dienst ‘veranderd’ verlaten. Sprekend over het Avondmaal geeft de Belijdenis van Ris de aanwezigheid aan van deze geestelijke kracht door te zeggen: “Van de kant van God en Christus dient [de Maaltijd van de Heer] als middel om in ons op de meest uitdrukkelijke manier de grote zegeningen te bevestigen en bezegelen die in het evangelie besloten liggen.128 De Confession of Faith in a Mennonite Perspective (1995) stelt: “Wanneer wij deelnemen aan de gemeenschap van brood en beker, deelt het verzamelde lichaam van gelovigen in het lichaam en bloed van Christus en erkent opnieuw dat haar leven in stand wordt gehouden door Christus, het brood van het leven.”129 De sleutel ligt niet in de elementen als zodanig, maar in de context als geheel, waaronder begrepen de gemeenschap van de verzamelde gemeente, het biddend verlangen van ieder afzonderlijk, en de geestelijke aanwezigheid die gesuggereerd en tegenwoordig gesteld wordt met behulp van geschikte symbolen en liturgie.130 127 De uitnodiging om deel te nemen aan de Maaltijd van de Heer staat open voor alle gedoopte gelovigen die een goede verstandhouding hebben met de Heer en met hun gemeente, en die door de genade van God proberen te leven in overeenstemming met het voorbeeld en de onderrichtingen van Christus. Vanaf het begin van de doperse beweging werd de eenheid van het lichaam van gelovigen gezien als een gewenste voorwaarde 128 Geloofsbelijdenis van Ris, art. 26, in: Loewen, a.w. , 98. 129 Confession of Faith in a Mennonite Perspective, 12, in: a.w. , 50. 130 Vgl . John D. Rempel , The Lord’s Supper in Anabaptism (Scottdale/Water loo: Herald Press, 1993). Rempel zegt dat de dopers “de kerk als gemeenschap maakten tot degene die het brood breekt. Er is nog wel een voorganger die symbool is van de orde en het gezag van de gemeenschap. Maar het is de gemeente die de handeling verricht. In hun handelen is de Geest aanwezig die hen omvormt zodat ze worden tot het lichaam van Christus. Het leven van de gemeente, in haar geloof en liefde gewijd, wijdt de elementen” (34).

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=