Samengeroepen om vredestichters te zijn

SAMENGEROEPEN OM VREDESTICHTERS TE ZIJN 64 Christus.80 De overvloedige gaven van de Geest, geschonken aan de geloofsgemeenschap, stellen ieder lid in staat om te groeien in een levenslang proces van gelijkenis met Christus. De Eucharistie en de Maaltijd van de Heer brengen gelovigen samen in de Kerk door hun verbondenheid met de Drie-ene God en met elkaar te voeden. 96 Zending van de Kerk. Doopsgezinden en katholieken zijn het met elkaar eens dat zending tot het wezen van de Kerk behoort. Gesterkt en toegerust door de heilige Geest, wiens komst door Jezus Christus was beloofd, is het de zending van de Kerk om het Blijde Nieuws van de verlossing naar alle volkeren te brengen, door het Evangelie in woord en daad tot aan de uiteinden der aarde te verkondigen (vgl. Js 2,1-4; Mt 28,16-20; Ef 4,11 e.v.). De Confession of Faith in a Mennonite Perspective (vertaald als Christelijk belijden in dopers perspectief) van 1995 zegt: “Wij geloven dat de Kerk geroepen is om het koninkrijk van God te verkondigen en er teken van te zijn.”81 Wij zijn het ook met elkaar eens dat de opdracht van de Kerk in de hele wereld ten uitvoer wordt gebracht door iedere volgeling van Jezus Christus, zowel leidinggevenden als leken.82 Een aspect van de zending van de Kerk is werkelijkheid geworden wanneer de Kerk aanwezig is onder mensen van alle volkeren. Daardoor wordt de van Godswege bedoelde eenheid van de mensheid als één volk van geloof in het leven geroepen door mensen uit vele talen en naties (Ef 4,4-6; Fil 2,11).83 Missie vereist dat de christenen ernaar streven “één” te worden omwille van hun getuigenis van 80 Wat de relatie betreft tussen inlijving in de Kerk en doopsel , zie §§ 76 en 115-116 voor het katholieke standpunt, en §§ 92 en 121-124 voor dat van de doopsgezinden. 81 Confession of Faith in a Mennoni te Perspective, in: a.w., 4, blz. 28. 82 Vgl. Lumen gentium, 17, 33; Tweede Vaticaans Concilie, Decreet over het lekenapostolaat Apostolicam actuosi tatem, 2-4; Dordrecht Confession (1632), Art V. , in: Loewen, a.w., 64. 83 Vgl. Unitatis redintegratio, 7.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=