Samengeroepen om vredestichters te zijn

SAMENGEROEPEN OM VREDESTICHTERS TE ZIJN 60 zijn … tot het uiteinde der aarde” (Hand 1,8).73 Na een periode van zelfbehoud in de zeventiende en achttiende eeuw bracht de late negentiende eeuw een vernieuwing met zich mee van de missionaire geest. Tegenwoordig beschouwt de kerk het wezen van haar bestaan als missionair. Dat wil zeggen, de oproep om het evangelie te verkondigen en een teken te zijn van het koninkrijk van God is kenmerkend voor de kerk en raakt ieder lid. De missionaire activiteit wordt op vreedzame wijze verricht zonder enige dwang, en omvat het dienstwerk van evangelisatie, sociale dienstverlening en het opkomen voor vrede en gerechtigheid onder alle mensen. 90 De doopsgezinde geloofsgemeenschap is een vredeskerk. Vrede is wezenlijk voor de betekenis en de boodschap van het evangelie, en dus ook voor het zelfverstaan van de kerk. De kerk onderwerpt zich aan de Vredesvorst die oproept tot de weg van de vrede, gerechtigheid, geweldloosheid, en die een voorbeeld is van de weg van geweldloosheid en verzoening onder alle mensen en voor heel Gods schepping. De vredeskerk bepleit de weg van de vrede voor alle christelijke kerken. Samenhangend met het feit dat de kerk een vredeskerk is, is dat zij er aanspraak op maakt een ‘vrije’ Kerk te zijn. Doopsgezinden geloven dat vrijheid een wezenlijke gave is van de Geest aan de kerk (2Kor 3,17). Het lidmaatschap van de kerk vereist een vrije en vrijwillige daad, waarmee de persoon zich vrij en zonder dwang met het geloof verbindt. De scheiding tussen kerk en staat is, samen met de weigering geweld tegen vijanden te gebruiken, een direct gevolg van de vrijheid van geweten en van de bevrijdende kracht van het evangelie. 91 Doopsgezinden verstaan de kerk als een dienende gemeenschap. Jezus kwam om te dienen en Hij leerde zijn volgelingen 73 Vgl. R. Fr iedmann, The Theology of Anabaptism (Scottdale: Herald Pess, 1973), 149 e.v. .

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=