SAMEN NADENKEN OVER THEOLOGIE 51 gediend door de opvolging van de apostelen door bedienaren die tot taak hebben het Woord van God “te pas en te onpas” te verkondigen (2Tim 4,2), te onderrichten in de gezonde leer, en in liefde leiding te geven aan de opbouw van het lichaam van Christus. De dogmatische Constitutie over de goddelijke openbaring, Dei verbum, stelt duidelijk de betekenis vast van het geopenbaarde Woord van God voor hen die geloven, wanneer zij zegt dat “door de openbaring God zichzelf en zijn eeuwige wilsbesluiten aangaande het heil van de mensen bekend heeft willen maken”.45 Verder erkent Vaticanum II de rol van de apostelen in deze overdracht46 en de rol van het gelovige volk van God bij de getrouwe overdracht van het geloof, wanneer het zegt: “Het geheel van de gelovigen die de zalving van de Heilige ontvangen (vgl. 1Joh 2,20 en 27), kan in het geloof niet dwalen en deze bijzondere eigenschap brengt het door de bovennatuurlijke geloofszin (sensus fidei) van het hele volk tot uiting, wanneer het ‘vanaf de bisschoppen tot en met de laatste lekengelovigen’ inzake geloof en zeden zijn algemene overeenstemming doet blijken.”47 78 Verder geloven katholieken dat de heilige Schrift en de heilige Overlevering één heilige schat van het Woord van God zijn. Deze ene schat is toevertrouwd aan de Kerk. “De taak om het geschreven of overgeleverde woord van God op authentieke wijze te verklaren, is alleen aan het levende leraarsambt van de Kerk toevertrouwd, dat zijn gezag uitoefent in de naam van Jezus Christus.”48 Het “leraarsambt” (Magisterium) wordt uitgeoefend door de bisschoppen in gemeenschap met de bi sschop van Rome, de paus. Aangezien het Magisterium niet boven het 45 Tweede Vaticaans Concilie, dogmatische Constitutie over de goddelijke openbaring Dei verbum, 6. 46 Vgl. a.w., 7. 47 Lumen gentium, 12. 48 Dei verbum, 10.
RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=