Samengeroepen om vredestichters te zijn

EEN EXEMPLARISCHE DIALOOG 139 de onderbreking voorafgaande levensbeschouwelijke identiteit. Navolging is daarom niet inherent aan ambten en functies – wel als opdracht, niet a priori als realiteit; ze blijft een permanente uitdaging. De diepte van de navolging maakt ook iets duidelijk van de christelijke houding tegenover het lijden. Anders dan de Stoa vermijdt het christendom het lijden niet – noch het lijden van de ander, noch het lijden dat het gevolg is met solidariteit met de lijdende medemens. Het laat juist integendeel een appèl van de lijdende mens toe. Wel erkende reeds het vroege christendom het belang van wijsheid, ook in de zin van redelijke bijsturing van affecties zoals sympathie en compassie, met behulp van de praktische rede. Dat is verwant aan Stoïcisme, maar hier wordt het menselijk lijden niet uit beeld getheoretiseerd. In de Joodse traditie is de omgang met het menselijk lijden zeer gelaagd. In de exodustraditie is het God die het lijden van de mens hoort als een appèl om bevrijding – een bevrijding uit sociaal onrecht als knechting en slavernij. Later leerde men in de context van de wijsheidstraditie het lijden dat op de eigen levensweg weg komt te dragen, en in het gebedsleven een roep om verlossing te vertolken. Ook als onderdeel van de wijsheidstraditie leerde Israël niettemin het menselijk leven en de Godsrelatie daarin als intrinsiek waardevol te blijven erkennen zoals Job. In het christendom berust de benadering van het lijden op een mysterie: dat het zin heeft, zelfs goed is om het kruis van een ander te dragen als Christus, of, meer bescheiden, als een Simon van Cyrene (Mc. 15,21). Vormen van sympathiserend en zelfs plaatsvervangend lijden komen veelvuldig voor in de Schrift. Daar komt nog bij dat het leerlingschap van Jezus zelf ook li jden met zich brengt. In de interpretaties van de rol van Jezus Christus in de heilsgeschiedenis speelt het thema van de plaatsbekleding, inclusief het daarbij behorende lijden van Christus, een centrale rol. In deze geest onderkent in het bijzonder het evangelie van Johannes een vorm van verlossend lijden van Christus, dat tevens is opgenomen in een goddelijke verlossing door opstanding en vergeving. Dit is dus geheel in strijd met het Stoïcijnse motief van

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=