Samengeroepen om vredestichters te zijn

SAMEN NADENKEN OVER THEOLOGIE 107 de verrijzenis bevestigd. Het kruis is het teken van Gods liefde voor vijanden.175 175 Ecclesiologie en vrede. Het is de roeping van de Kerk een vredeskerk te zijn, een kerk die vrede sticht. Dit is gebaseerd op een overtuiging die wij met elkaar delen. Wij geloven dat de Kerk, gesticht door Christus, geroepen is een levend teken en een doeltreffend instrument te zijn van vrede, die iedere vorm van vijandschap te boven komt en alle volkeren verzoent in de vrede van Christus (Ef 4,1-3).176 Wij verklaren dat Christus, in zijn Kerk, door middel van de doop de verschillen tussen mensen overwint (Gal 3,28). Krachtens hun doop in Christus zijn alle christenen geroepen vredestichters te zijn. Alle vormen van etnische en interreligieuze haat en geweld zijn onverenigbaar met het evangelie, en voor de Kerk is een aparte rol weggelegd om etnische en godsdienstige verschillen te overwinnen en te 175 Een citaat van Menno Simons verwoordt het nauwe theologische verband in de christologie tussen het vreedzaam karakter van Jezus Chr istus en ons leven: “Overal wordt ons Chr istus afgeschilderd als nederig, bescheiden, barmhartig, rechtvaardig, heilig, wijs, geestelijk, lankmoedig, geduldig, vreedzaam, beminnelijk, gehoor zaam, goed, als de volmaaktheid van alles; want Hij is rechtschapen van aard. Wel , dit is het beeld van God, van Christus wat betreft de Geest die we tot voorbeeld hebben, totdat we daarop gaan lijken en die we laten zien door onze manier van doen.” (Menno Simons, ‘The Spiritual Resurrection’ (c. 1536), in: J.C. Wenger , ed., The Complete Writings of Menno Simons (Scottdale: Herald Press, 1956), 55 e.v. . De katholieke leer over het verband tussen vrede en het verlossingswerk van de Heer vindt men het best in Gaudium et spes, 38: “Voor ons, allen zondaars, onderging Hij de dood en door zijn voorbeeld leert Hij , dat men ook het kruis moet dragen dat het vlees en de wereld op de schouders leggen van hen die vrede en rechtvaardigheid zoeken.” Zie ook Gaudium et spes, 28 en 32. 176 Vgl . Confession of Faith in a Mennonite Perspective, 22, in: a.w. , 22; Gaudium et spes, 42 en 78.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=