Oecumenisch Directorium

OECUMENISCH DIRECTORIUM VI inclusief de nodige kennis van de eigen kerkorde en de oecumenische beginselen (n. 24). Hierbij zij opgemerkt dat Johannes Paulus II in het kader van de oecumenische dialoog in artikel 28 van de encycliek 'Ut Unum Sint' (1995) tevens schrijft dat allereerst het gebed de ziel is van de oecumenische vernieuwing en van het streven naar eenheid. Een volgehouden oecumenische inzet (in dialoog, in samenwerking en in gezamenlijk getuigenis) is geen kwestie van louter 'doorpakken' in activistische zin. Er is allereerst goede vorming nodig met inbegrip van verschillende theologische disciplines (hoofdstuk III). Vanuit de Katholieke Kerk zijn in het licht van het Vaticaans Concilie verschillende oecumenische dialogen ondernomen met verschillende kerken van het Oosten en ook met andere kerken en kerkelijke gemeenschappen in het Westen. De deelneming aan elkaars geestelijke activiteiten en rijkdommen is allereerst een gave die verkregen moet worden en altijd op basis van het sacrament van het doopsel (hoofdstuk IV). Activiteiten in het kader van de oecumene zijn niet alleen binnen de Kerk aan de orde maar ook in verschillende domeinen van de samenleving (hoofdstuk V). Het oecumenisch directorium maakt duidelijk dat voortgang in oecumene niet in tegenspraak is met geduld en nederigheid. We mogen beseffen dat oecumene niet vrijblijvend is maar een dringende opdracht van iedere christen. Graag beveel ik het oecumenisch directorium van 1993 opnieuw ter bestudering aan. Oecumenische samenwerking is geen klus die louter door mensen gedaan, maar allereerst van godswege verkregen moet worden door gebed en dialoog, in kracht van de Geest. + J. van den Hende Bisschop-referent oecumene

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=