OECUMENISCH DIRECTORIUM 88 in andere kerken en kerkelijke gemeenschappen worden gevierd. GEMEENSCHAPPELIJK GEBRUIK VAN ANDERE VOOR HET GEESTELIJK LEVEN EN DE GEESTELIJKE ACTIVITEIT BESTEMDE MIDDELEN 137. R.-k. kerken zijn gewijde of ingezegende gebouwen die een belangrijke theologische en liturgische betekenis hebben voor de katholieke gemeenschap. Daarom blijft het gebruik ervan in het algemeen voorbehouden aan de katholieke eredienst. Maar als priesters, bedienaren of gemeenten die niet in volledige gemeenschap leven met de katholieke kerk, niet beschikken over een plaats of over de liturgische voorwerpen die nodig zijn om op waardige wijze hun religieuze plechtigheden te vieren, kan de bisschop aan hen toestaan gebruik te maken van een kerk of ander gebouw van katholieken, en kan hij hun ook die voor hun diensten noodzakelijke voorwerpen lenen. In soortgelijke omstandigheden kan aan hen verlof worden gegeven om op katholieke kerkhoven de begrafenisplechtigheid of de uitvaartdienst te verrichten. 138. Vanwege de maatschappelijke ontwikkelingen, de snelle bevolkingsgroei en verstedelijking, en om financiële redenen, kan op plaatsen waar tussen de gemeenschappen goede oecumenische betrekkingen bestaan en wederzijds begrip heerst, het gedurende langere tijd voortgezette gemeenschappelijk eigendom of gebruiken van voor de eredienst bestemde plaatsen een zaak worden van praktisch belang. 139. Wanneer de bisschop van het diocees hiertoe verlof heeft gegeven overeenkomstig de eventueel bestaande normen van de Bisschoppenconferentie of van de Heilige Stoel, moet zorgvuldig aandacht worden geschonken aan het vraagstuk van het bewaren van de allerheiligste Eucharistie, zodat deze kwestie wordt opgelost conform een gezonde sacramententheologie en met de eraan verschuldigde eerbied; daarbij moet ook rekening
RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=