Oecumenisch Directorium

HOOFDSTUK IV 87 hij vraagt erom uit eigen beweging, geeft blijk van het katholieke geloof wat betreft dat sacrament, en bezit de juiste gesteltenis.137 132. Uitgaande van de katholieke leer over de sacramenten en de geldigheid ervan, kan een katholiek in de bovenvermelde omstandigheden (nr. 130-131) deze sacramenten slechts vragen aan de bedienaar van een kerk waarvan de sacramenten geldig zijn of aan een bedienaar die volgens de katholieke leer omtrent de wijding, geldig gewijd is. 133. Het voorlezen van de heilige Schrift tijdens een eucharistieviering van de katholieke kerk geschiedt door lidmaten van deze kerk. In buitengewone gevallen en vanwege een goede reden kan de bisschop van het diocees toestaan dat een lid van een andere kerk of kerkelijke gemeenschap de taak van lector vervult. 134. Wat de katholieke eucharistieviering betreft is de homilie, die deel uitmaakt van de liturgie zelf, aan de priester of diaken voorbehouden, want daarin worden de geloofsmysteriën en de normen van christelijk leven in overeenstemming met de katholieke leer en traditie uiteengezet.138 135. Wat de lezing van de heilige Schrift en de prediking tijdens andere dan eucharistische vieringen betreft, behoren de boven (nr. 118) gegeven normen in acht te worden genomen. 136. Lidmaten van andere kerken en kerkelijke gemeenschappen kunnen als getuige optreden bij een huwelijksviering in een r. - k. kerk. Katholieken kunnen ook getuige zijn bij huwelijken die 137 CIC, can. 844,4; vgl. CCEO, can. 671,4. 138 CIC, can. 767; vgl. CCEO, can. 614,4.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=