OECUMENISCH DIRECTORIUM 82 kunnen zij, als degenen die hen ontvangen dat graag zien, het gewaad en de tekenen dragen van hun kerkelijke functie. 120. Volgens het wijs oordeel van de plaatselijke ordinaris kan de begrafenisrite van de r.-k. kerk worden toegestaan aan lidmaten van een niet-katholieke kerk of kerkelijke gemeenschap, tenzij het vaststaat dat zij dit niet wilden, en mits een eigen bedienaar niet beschikbaar is123 en de algemene bepalingen van het recht zich er niet tegen verzetten.124 121. De zegeningen die normaal gegeven worden ten bate van de katholieken, kunnen op hun verzoek ook aan de andere christenen worden gegeven, overeenkomstig de aard en het object van de zegening. Openbare gebeden voor andere, levende of gestorven, christenen, en voor de noden en intenties van de andere kerken en kerkelijke gemeenschappen en hun geestelijke leiders kunnen worden verricht tijdens de litanieën en andere aanroepingen van een liturgische dienst, maar niet tijdens een eucharistische anafora. De oude christelijke liturgische en ecclesiologische traditie staat bij de eucharisti sche anafora slechts toe, de namen te noemen van degenen die in volledige gemeenschap zijn met de kerk die deze eucharistie viert. DEELNEMING AAN HET SACRAMENTELE LEVEN, IN HET BIJZONDER AAN DE EUCHARISTIE A. DEELNEMING AAN HET SACRAMENTELE LEVEN MET DE LIDMATEN VAN DE VERSCHILLENDE OOSTERSE KERKEN 122. Tussen de r.-k. kerk en de gescheiden Oosterse kerken bestaat nog steeds een zeer nauwe gemeenschap in geloofszaken.125 Bovendien "wordt door de viering van de eucharistie des Heren in deze afzonderlijke kerken de kerk van God opgebouwd en uitgebreid" en "deze kerken hebben ondanks de scheiding ware 123 Vgl. CIC, can. 1183,3; CCEO, can. 876,1. 124 Vgl. CIC, can. 1184, CCEO, can. 887. 125 Vgl. Unitatis redintegratio, 14.
RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=