HOOFDSTUK III 53 wisselende opvattingen die typisch zijn voor een bepaald tijdvak; maar het is niet uitgesloten dat deze waarheden eventueel, zelfs door het Magisterium, in termen zijn geformuleerd die nog de sporen dragen van dergelijke opvattingen. Dit in aanmerking nemend moet men zeggen dat de dogmatische formuleringen van het Magisterium van den beginne af aan geschikt zijn geweest om de geopenbaarde waarheid mede te delen, en dat zij in hun nooit veranderde vorm deze geopenbaarde waarheid altijd zullen mededelen aan hen die de formuleringen goed weten te verstaan."89 De studenten moeten dus leren onderscheid te maken tussen "de geloofsinhoud zelf of de waarheden van onze eerbiedwaardige leer"90 en de wijze waarop die waarheden zijn geformuleerd; tussen de te formuleren waarheden en de verschillende manieren om deze te verstaan en in een duidelijker licht te stellen; tussen de apostolische traditie en de louter kerkelijke tradities; tegelijk moeten zij de blijvende waarde inzien en respecteren van de dogmatische formules. Reeds vanaf hun wijsgerige vorming moeten zij erop worden voorbereid om te erkennen dat er zelfs in de theologie een rechtmatige verscheidenheid aan formuleringen is vanwege de verschillende methoden en benaderingswijzen waardoor de theologen de goddelijke geheimen proberen te begrijpen en uit te drukken, zodat deze theologische formules vaak eerder complementair dan tegenstrijdig moeten worden genoemd. 75. Bovendien moet steeds de "hiërarchie van waarheden" van de katholieke leer worden geëerbiedigd; ook al vereisen deze alle de verschuldigde geloofsinstemming, toch nemen zij niet alle een even belangrijke en centrale plaats in in het openbarings- 89 AAS 1973, 402-404. 90 Directorium ter uitvoering van de beslissingen van het Tweede Vaticaans concilie over oecumenische zaken, 1970.
RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=