Oecumenisch Directorium

OECUMENISCH DIRECTORIUM 52 71. Bij het nemen van initiatieven en het organiseren van ontmoetingen moet de ambtsdrager met helder inzicht en in trouw aan de kerk te werk gaan. Hij moet daarbij de verschillende bevoegdheden respecteren en de voorschriften nakomen die de herders van de kerk krachtens hun mandaat vaststellen voor de oecumenische beweging van de universele kerk en voor iedere particuliere kerk, opdat hij zonder vooroordelen en onbedachtzame initiatieven meewerkt aan het tot stand komen van de eenheid van de christenen. A. VORMING OP LEERSTELLIG GEBIED 72. De Bisschoppenconferenties moeten nagaan of in de studieprogramma's de oecumenische dimensie is aangegeven van ieder vak, en of er voorzien is in een speciale cursus over de oecumenische beweging. Zij moeten zich ervan vergewissen of deze studieprogramma's overeenstemmen met de aanwijzingen van dit Directorium. A1. De oecumenische dimensie van de verschillende vakken 73. De oecumenische activiteit "moet noodzakelijk geheel en al katholiek zijn, dus trouw aan de waarheid die wij van de apostelen en de vaders hebben ontvangen, in overeenstemming met het geloof dat de katholieke kerk altijd heeft beleden".87 74. De studenten moeten leren onderscheid te maken tussen de geopenbaarde waarheden die alle dezelfde geloofsinstemming vereisen, de manier waarop deze worden geformuleerd en de theologische leerstellingen.88 Met betrekking tot de formulering van de geopenbaarde waarheden moet rekening worden gehouden met wat gezegd wordt in, onder andere, de verklaring van de Congregatie voor de geloofsleer Mysterium Ecclesiae, 5: "De waarheden die de kerk werkelijk beoogt te leren met haar dogmatische formules, zijn zeer zeker onderscheiden van de 87 Unitatis redintegratio, 24. 88 Gaudium et spes, 62,2; Unitatis redintegratio, 6; Mysterium Ecclesiae, 5.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=