Oecumenisch Directorium

VOORWOORD 5 In onze tijd is er hier en daar een zekere neiging tot verwarring op leerstellig gebied. Daarom is het zeer belangrijk om, zowel op oecumenisch gebied als elders, misbruiken te vermijden die tot leerstellige onverschilligheid zouden kunnen bijdragen of deze in de hand werken. Als de richtlijnen van de kerk hieromtrent niet worden opgevolgd, vormt dit een hinderpaal om vorderingen te maken bij het oprechte streven naar de volle eenheid onder de christenen. Het is de taak van de plaatselijke ordinaris, de Bisschoppenconferenties of de Synoden van de katholieke Oosterse kerken, ervoor te zorgen dat de beginselen en normen, neergelegd in het Oecumenisch Directorium, zorgvuldig worden toegepast, en met herderlijke zorg erop toe te zien dat eventuele afwijkingen vermeden worden. INDELING VAN HET DIRECTORIUM 7. Het Directorium begint met een uiteenzetting over het oecumenisch streven van de r.-k. kerk (hoofdstuk I). Daarop volgt een exposé over de middelen die de r .-k. kerk gebruikt om dit streven in praktijk te brengen. Zij doet dit door de organisatie (hoofdstuk II) en de vorming van haar leden (hoofdstuk III). De bepalingen van de hoofdstukken IV en V over de oecumenische arbeid richten zich tot deze aldus georganiseerde en gevormde leden. I. Het streven naar de eenheid van de christenen Het oecumenisch streven van de r.-k. kerk gebaseerd op de leerstellige beginselen zoals die verwoord zijn door het Tweede Vaticaans Concilie. II. De organisatie in de katholieke kerk van de dienst voor de eenheid van de christenen De personen en structuren die bestemd zijn om de oecumenische beweging op alle niveaus te bevorderen, en de normen die hun arbeid regelen. III. Oecumenische vorming in de katholieke kerk

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=