HOOFDSTUK III 47 noemen."76 In de mate dus dat christenen een werkelijk geestelijk leven leiden met Christus zelf, de Heiland, als centrum, en gericht op de glorie van God de Vader, kan ieder van hen altijd en overal met zijn diepste wezen deelnemen aan de oecumenische beweging door met zijn leven te getuigen van het evangelie van Christus.77 a) Aan bepaalde elementen en rijkdommen, bronnen van geestelijk leven, die bij de andere kerken en kerkelijke gemeenschappen worden aangetroffen en die behoren tot de éne kerk van Christus, zal ook door de katholieken grote betekenis worden gehecht: heilige Schrift, sacramenten en andere gewijde handelingen, geloof, hoop en liefde, andere innerlijke gaven van de heilige Geest.78 Deze rijkdommen hebben vrucht gedragen, bijvoorbeeld in de mystieke traditie van het christelijk Oosten en de geestelijke schatten van het monastieke leven, in de eredienst en vroomheid van de anglicanen, in het evangelisch bidden en de verschillende vormen van spiritualiteit van de protestanten. b) Het mag niet bij een theoretische hoogachting blijven; als de bijzondere omstandigheden het toelaten, moet zij worden aangevuld met de praktische kennis van andere spiritualiteitstradities. Zo kunnen het samen bidden en een bepaalde vorm van deelneming aan de openbare eredienst of aan sommige vrome praktijken van de andere christenen, met inachtneming van de bestaande normen, een vormende waarde hebben.79 64. Andere initiatieven. Samenwerking bij initiatieven op caritatief en sociaal gebied - zoals in scholen, ziekenhuizen, gevangenissen enzovoorts - hebben een aantoonbaar vormende waarde; 76 Unitatis redintegratio, 8. 77 Vgl. a.w, 7. 78 Vgl. Lumen gentium, 15, Unitatis redintegratio, 3. 79 Zie verder, nr. 102-142.
RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=