Oecumenisch Directorium

OECUMENISCH DIRECTORIUM 40 het Godsvolk die bij de vorming betrokken zijn, zoals de rectoren en docenten aan hogescholen en gespecialiseerde Instituten. Zij die pastorale arbeid verrichten, met name de parochiegeestelijkheid en de andere gewijde ambtsdragers, hebben ter zake een eigen taak. Iedere bisschop, de Synoden van de katholieke Oosterse kerken en de Bisschoppenconferenties zijn verantwoordelijk voor het geven van richtlijnen inzake de oecumenische vorming. AFSTEMMING VAN DE VORMING OP DE CONCRETE SITUATIE VAN DE PERSONEN 56. De oecumenische beweging vereist een vernieuwde houding, en soepelheid in de methoden voor het streven naar de eenheid. Ook moet rekening gehouden worden met verscheidenheid van personen, functies en situaties, en zelfs met het eigen karakter van de particuliere kerken en de gemeenschappen die met die kerken zich inzetten voor het streven naar eenheid. Dat betekent dat voor de oecumenische vorming een pedagogie nodig is die is afgestemd op de concrete situatie van de personen en groepen en die bij haar werken aan voortdurende vernieuwing en mentaliteitsverandering, de noodzaak van geleidelijkheid respecteert. 57. Allen die pastorale arbeid verrichten, en niet slechts zij die onderwijs geven, zullen dus geleidelijk aan gevormd worden, volgens de volgende hoofdlijnen: a) Bij de aanvang van de vorming zijn voorafgaande kennis van de heilige Schrift en vorming op leerstelling gebied noodzakelijk, samen met kennis van de geschiedenis en van de oecumenische situatie van het land waarin men woont. b) Wanneer men de geschiedenis kent van de verschillende afscheidingen en van de pogingen tot verzoening, alsmede de standpunten op leerstellig gebied van de andere kerken en

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=