Oecumenisch Directorium

HOOFDSTUK I 23 waarin gewezen wordt op het wezenlijk verschil tussen enerzijds de sekten en de nieuwe religieuze bewegingen, en anderzijds de kerken en kerkelijke gemeenschappen. Hierover wordt nog verder studie verricht. 36. De situatie wat de sekten en de nieuwe religieuze bewegingen betreft, is zeer ingewikkeld, en verschilt al naargelang het culturele kader. In sommige landen komen er sekten op binnen een in wezen religieuze culturele omgeving. Op andere plaatsen ontluiken zij in samenlevingen die steeds meer geseculariseerd maar tegelijkertijd lichtgelovig zijn en bijgelovig. Sommige sekten zijn van niet-christelijke oorsprong, en zeggen dat ook; andere zijn eclectisch; weer andere beweren christelijk te zijn, maar kunnen ofwel gebroken hebben met christelijke gemeenschappen, ofwel nog banden hebben met het christendom. Het is duidelijk dat het met name de taak is van de bisschop, de Bisschoppenconferentie of de Synode van de katholieke Oosterse kerken om uit te maken op welke wijze het best kan worden ingegaan op de uitdaging die in een gegeven gebied uitgaat van de sekten. Maar met nadruk moet gezegd worden dat de beginselen aangaande de geestelijke deelneming of de praktische samenwerking die in dit Directorium gegeven worden, uitsluitend van toepassing zijn op de kerken en kerkelijke gemeenschappen waarmee de r.-k. kerk oecumenische betrekkingen is aangegaan. Het zal voor de lezer van het Directorium duidelijk blijken dat het enige fundament voor een dergelijke deelneming en samenwerking de wederzijdse erkenning is van een reeds tot op zekere hoogte bestaande, zij het onvolledige, gemeenschap, samen met de openheid voor elkaar en het wederzijds respect die de vrucht zijn van dit erkennen. regionale of nationale bisschoppenconferenties, SBEC, SI 61, 1986, blz. 158-169.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=