Oecumenisch Directorium

HOOFDSTUK I 21 in elke plaats en tijdvak weer anders. De initiatieven van de gelovigen op oecumenisch gebied moeten dan ook worden aangemoedigd. Maar voortdurende en aandachtige onder scheiding is een vereiste, en deze wordt gevraagd van hen die de uiteindelijke verantwoordelijkheid dragen voor de leer en kerkorde van de kerk.48 Het is hun taak verantwoorde initiatieven aan te moedigen en zich ervan te verzekeren dat ze worden uitgevoerd volgens de katholieke beginselen van de oecumenische beweging. Aan hen die ontmoedigd raken door de moeilijkheden, moeten zij weer zelfvertrouwen geven, en de onbezonnen edelmoedigheid temperen van hen die onvoldoende rekening houden met de reële moeilijkheden die zich op de weg naar de vereniging telkens weer voordoen. De Pauselijke Raad voor de Bevordering van de Eenheid der Christenen, die als opdracht en verantwoordelijkheid heeft, richtlijnen en raadgevingen te verschaffen voor de oecumenische arbeid, biedt deze zelfde dienst aan de gehele kerk. 31. De aard van de oecumenische activiteit in een bepaald gebied zal altijd de invloed ondergaan van het eigen karakter van de plaatselijke oecumenische situatie. De keuze van de geëigende vorm van oecumenisch werken is in het bijzonder de taak van de bisschop, die rekening heeft te houden met de specifieke verantwoordelijkheden en de karakteristieke eisen van zijn diocees. Het is niet mogelijk om heel de verscheidenheid van situaties de revue te laten passeren, maar er zijn wel enige tamelijk algemene opmerkingen te maken. 32. De oecumenische opdracht zal in een land met een overwegend r.-k. bevolking een andere vorm hebben dan in een land waar Oosterse christenen, anglicanen of protestanten zeer talrijk of in de meerderheid zijn. Weer anders zal dat zijn in landen met een meerderheid van niet-christenen. Het is van fundamenteel 48 Vgl. CIC, can. 216 en 212; CCEO, can. 19 en 15.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=