Oecumenisch Directorium

HOOFDSTUK V 123 kunst, en, op het gebied van de theologie, uitleg van de heilige Schrift, de heilsgeschiedenis en de pastoraal -theologie, al die studies zullen bijdragen tot het oplossen van vraagstukken en tot het aannemen van programma's die kunnen helpen om de eenheid van de christenen te bevorderen. De verantwoordelijkheid van deze instituten ten overstaan van de autoriteiten van de betrokken kerken en kerkelijke gemeenschappen moet duidelijk in hun statuten worden vastgesteld. 201. Er kunnen genootschappen of instituten worden opgericht voor het gemeenschappelijk bestuderen van theologische en pastorale vraagstukken door bedienaren van de verschillende kerken en kerkelijke gemeenschappen. Onder leiding van verschillende soorten deskundigen en met hun hulp bespreken en analyseren deze bedienaren gezamenlijk de theoretische en praktische aspecten van hun bediening, binnen hun eigen gemeenschappen, aangaande de oecumenische dimensie ervan en de bijdrage die zij geeft aan het gemeenschappelijk christelijk getuigenis. 202. De studie en het wetenschappelijk onderzoek in de instituten die bestemd zijn voor oecumenische activiteit en samenwerking, kunnen betrekking hebben op alles wat met het oecumenisch streven te maken heeft, of zich beperken tot bepaalde kwesties die diepgaand worden bestudeerd. Wanneer instituten zich specialiseren in de bestudering van een bepaalde tak van het oecumenisme (de orthodoxe traditie, het protestantisme, de anglicaanse communio, en ook de verschillende vraagstukken waarover in nr. 200 werd gesproken) is het van belang dat zij deze kunnen behandelen in de samenhang van de gehele oecumenische beweging en van alle andere kwesties die daarmee samenhangen. 203. Aan katholieke instellingen wordt aanbevolen om lid te worden van oecumenische genootschappen die tot doel hebben het peil van het theologieonderwijs te verhogen, te zorgen voor een betere vorming van degenen die zich voorbereiden op de

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=