Oecumenisch Directorium

HOOFDSTUK V 121 gemeenschappelijk christelijk getuigenis van het belang dat de christenen hechten aan authentiek onderwijs in de kerk van Christus. In de instellingen van hoger onderwijs en theologisch onderzoek 196. Voor degenen die zich bezig houden met het theologische onderzoek en voor hen die doceren op meer wetenschappelijk niveau ligt een ruimer terrein open voor oecumenische samenwerking dan voor mensen op het niveau van het seminarie of van een middelbare instelling. Vanwege de rijpheid van de deelnemers (wetenschappers, docenten, studenten), en omdat zij de hogere studies over het geloof en de theologie van hun eigen kerk reeds hebben afgerond, krijgt hun samenwerking een betrouwbaarheid en rijkdom, die men niet kan verwachten van hen die nog opgeleid worden op een middelbare instelling of op het seminarie. 197. Op het niveau van de hogere studies wordt de samenwerking verzorgd door specialisten die met deskundigen van andere kerken en kerkelijke gemeenschappen gegevens over hun onderzoek uitwisselen en hen er deelgenoot van maken. De samenwerking vindt plaats in oecumenische groepen en in verenigingen van daartoe aangewezen deskundigen. Ze gebeurt op speciale wijze binnen de verschillende soorten betrekkingen tussen instellingen die tot verschillende kerken behoren en de bestudering van de theologie tot doel hebben. Dergelijke betrekkingen en de daardoor bevorderde samenwerking kunnen ertoe bijdragen dat heel het werk van de deelnemende instellingen een oecumenisch karakter krijgt. Ze kunnen leiden tot een gezamenlijk gebruik van personeel, bibliotheken, colleges, lokalen en andere middelen, waarmee wetenschappers, docenten en studenten het meest gebaat zijn. 198. Oecumenische samenwerking is met name van belang voor instituten die binnen reeds bestaande theologische faculteiten zijn opgericht om wetenschappelijk onderzoek te doen en

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=