Oecumenisch Directorium

OECUMENISCH DIRECTORIUM 108 verkeren zij ten opzichte van elkaar in onderscheiden situaties en is hun onderlinge verhouding verschillend."163 177. De dialoog kan een breed terrein van leerstellige vraagstukken bestrijken en gespreid zijn over langere tijd, of zich bezighouden met een enkele kwestie die tot een duidelijk bepaald tijdstip beperkt blijft; hij kan gaan over een pastoraal of missionair probleem waarover de kerken tot een gemeenschappelijk standpunt willen komen om de conflicten uit de weg te ruimen die er tussen hen rijzen, en om wederzijdse steun en gemeenschappelijk getuigenis te bevorderen. Voor sommige kwesties zal een bilaterale dialoog meer doeltreffend blijken te zijn, voor andere zal een multilaterale dialoog de beste resultaten opleveren. Uit ervaring blijkt dat bij de ingewikkelde opdracht om de eenheid van de christenen te bevorderen, beide vormen van dialoog elkaar aanvullen. De resultaten van een bilaterale dialoog zouden meteen aan alle andere betrokken kerken en kerkelijke gemeenschappen moeten worden meegedeeld. 178. Een commissie of een comité, ingesteld op verzoek van twee of meer kerken of kerkelijke gemeenschappen om de dialoog te beginnen, kan over het behandelde onderwerp tot verschillende graden van overeenstemming komen, en kan in een verklaring bepaalde conclusies formuleren. Reeds voordat een dergelijke overeenstemming is bereikt, kan een commissie het soms nuttig oordelen om een verklaring of rapport te publiceren waarin wordt aangegeven welke convergenties zijn bereikt en welke kwesties nog niet zijn opgelost, waarin voorstellen worden gedaan over de richting waarin een komende dialoog zal kunnen gaan. Alle verklaringen of rapporten van de betreffende commissies worden ter goedkeuring voorgelegd aan de betrokken 163 Overwegingen en aanbevelingen met betrekking tot de oecumenische dialoog, 4; vgl. Unitatis redintegratio, 11; vgl. Mysterium Ecclesiae, 4; zie boven, nr. 61a, 74-75; zie verder, nr. 181.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=