Zand en Stenen

3 e Zondag: Exodus 20, 1 – 17 [ 1 ] Toen sprak God deze woorden: [ 2 ] ‘Ik ben de HEER, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd. [ 3 ] Vereer naast mij geen andere goden. [ 4 ] Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hier boven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde. [ 5 ] Kniel voor zulke beelden niet neer, vereer ze niet, want ik, de HEER, uw God, duld geen andere goden naast mij. Voor de schuld van de ouders laat ik de kinderen boeten, en ook het derde geslacht en het vierde, wanneer ze mij haten; [ 6 ] maar als ze mij liefhebben en doen wat ik gebied, bewijs ik hun mijn liefde tot in het duizendste geslacht. [ 7 ] Misbruik de naam van de HEER, uw God, niet, want wie zijn naam misbruikt laat hij niet vrijuit gaan. [ 8 ] Houd de sabbat in ere, het is een heilige dag. [ 9 ]Zes dagen lang kunt u werken en al uw arbeid verrichten, [ 10 ] maar de zevende dag is een rustdag, die gewijd is aan de HEER, uw God; dan mag u niet werken. Dat geldt voor u, voor uw zonen en dochters, voor uw slaven en slavinnen, voor uw vee, en ook voor vreemdelingen die bij u in de stad wonen. [ 11 ] Want in zes dagen heeft de HEER de hemel en de aarde gemaakt, en de zee met alles wat er leeft, en op de zevende dag rustte hij. Daarom heeft de HEER de sabbat gezegend en heilig verklaard. [ 12 ] Toon eerbied voor uw vader en uw moeder. Dan wordt u gezegend met een lang leven in het land dat deHEER, uw God, u geven zal. [ 13 ] Pleeg geen moord. [ 14 ] Pleeg geen overspel. [ 15 ] Steel niet. [ 16 ] Leg over een ander geen vals getuigenis af. [ 17 ] Zet uw zinnen niet op het huis van een ander, en evenmin op zijn vrouw, op zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund of zijn ezel, of wat hem ook maar toebehoort.’ Johannes 2, 13 - 25 [ 13 ] Kort voor Pesach, het Joodse paasfeest, reisde Jezus naar Jeruzalem. [ 14 ] Daar trof hij op het tempelplein de handelaars in runderen, schapen en duiven aan, en de geldwisselaars die daar altijd zaten.[ 15 ] Hij maakte een zweep van touw en joeg ze allemaal de tempel uit, met hun schapen en runderen. Hij smeet het geld van de wisselaars op de grond, gooide hun tafels omver [ 16 ] en riep tegen de duivenverkopers: ‘Weg ermee! Jullie maken een markt van het huis van mijn Vader!’ [ 17 ] Zijn leerlingen dachten aan wat er geschreven staat: ‘De hartstocht voor uw huis zal mij verteren.’ [ 18 ] Maar de Joden vroegen: ‘Met welk teken kunt u bewijzen dat u dit mag doen?’ [ 19 ] Jezus antwoordde hun: ‘Breek deze tempel maar af, en ik zal hem in drie dagen weer opbouwen.’ [ 20 ] ‘Zesenveertig jaar heeft de bouw van deze tempel geduurd,’ zeiden de Joden, ‘en u wilt hem in drie dagen weer opbouwen?’[ 21 ] Maar hij sprak over de tempel van zijn lichaam. [ 22 ]Na zijn opstanding uit de dood herinnerden zijn leerlingen zich dat hij dit gezegd had, en zij geloofden de Schrift en alles wat Jezus gezegd had. [ 23 ] Toen Jezus op Pesach in Jeruzalem was, kwamen veel mensen tot geloof in zijn naam, omdat ze de wondertekenen zagen die hij deed. [ 24 ] Maar Jezus had geen vertrouwen in hen, omdat hij hen allemaal kende, [ 25 ] en niemand hoefde hem iets over de mens te vertellen, want hij wist zelf wat er in een mens omgaat.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=