Zand en Stenen

4 e Zondag: Openingszang: Jesaja 66,10 : Laat allen die Jeruzalem liefhebben zich met haar verheugen en juichen om haar, laat allen die om haar treuren nu samen met haar jubelen. 2 Kronieken 36, 14 - 16.19 - 23 [ 14 ] Ook de leiders van de priesters en het volk verzaakten voortdurend hun plichten, gaven zich over aan de verfoeilijke praktijken van andere volken en bezoedel- den de tempel die de HEER in Jeruzalem geheiligd had. [ 15 ] De HEER, de God van hun voorouders, waarschuwde hen bij monde van zijn boden, die hij telkens opnieuw naar hen toe zond omdat hij zijn volk en zijn woning voor de ondergang wilde behoeden. [ 16 ] Maar zij lachten Gods boden uit, minachtten zijn woorden en dreven de spot met zijn profeten, totdat de toorn van de HEER tegen zijn volk zo hoog oplaaide dat niets hen meer kon helpen. [ 17 ] Toen stuurde hij de koning van de Chaldeeën op hen af, die hun uitgelezen mannen ombracht in hun heilige tempel. Niemand werd gespaard; jonge mannen en vrouwen, oude mensen en ook hoogbejaarden werden aan de koning uitgeleverd. [ 18 ] En alle voorwerpen uit de tempel van God, de grote zowel als de kleine, liet hij naar Babel overbrengen, evenals de schatten uit de tempel en de kostbaarheden van de koning en zijn raadsheren. [ 19 ] Ze staken de tempel van God in brand en haalden de stadsmuur van Jeruzalem neer. Ook alle paleizen werden in brand gestoken en gingen met kostbaarheden en al in vlammen op. [ 20 ] De mensen die aan het zwaard ontkomen waren, werden als ballingen naar Babylonië meegevoerd, waar ze de koning en zijn nakomelingen als slaven dienden totdat het rijk in handen viel van Perzië. [ 21 ] Zo ging in vervulling wat de HEER bij monde van Jeremia had voorzegd. Zeventig jaar bleef het land braak liggen en had het rust, totdat alle niet in acht genomen sabbatsjaren vergoed waren. [ 22 ] In het eerste regeringsjaar van Cyrus, de koning van Perzië, ging in vervulling wat de HEER Jeremia had laten aankondigen. Hij zette de koning ertoe aan om in zijn hele koninkrijk mondeling en ook schriftelijk het volgende besluit bekend te laten maken: [ 23 ] ‘Dit zegt Cyrus, de koning van Perzië: Alle koninkrijken van de aarde heeft de HEER, de God van de hemel, mij gegeven. Hij heeft mij opgedragen om voor hem een tempel te bouwen in Jeruzalem, een stad in Juda. Laten al diegenen onder u die tot zijn volk behoren, zich verzekerd weten van de hulp van de HEER, hun God, en daarheen gaan.’ Johannes 3, 14 - 21 14 ] De Mensenzoon moet hoog verheven worden, zoals Mozes in de woestijn de slang omhooggeheven heeft, [ 15 ] opdat iedereen die gelooft, in hem eeuwig leven heeft. [ 16 ] Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.[ 17 ] God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gestuurd om een oordeel over haar te vellen, maar om de wereld door hem te redden. [ 18 ] Over wie in hem gelooft wordt geen oordeel uitgesproken, maar wie niet in hem gelooft is al veroordeeld, omdat hij niet wilde geloven in de naam van Gods enige Zoon. [ 19 ] Dit is het oordeel: het licht kwam in de wereld en de mensen hielden meer van de duisternis dan van het licht, want hun daden waren slecht. [ 20 ] Wie kwaad doet, haat het licht; hij schuwt het licht omdat anders zijn daden bekend worden. [ 21 ] Maar wie oprecht handelt zoekt het licht op, zodat zichtbaar wordt dat God werkzaam is in alles wat hij doet.’

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=