Onze Vader - Vader van allen

31 God wilde ook niet Abrahams geloof beproeven toen Hij hem beval zijn zoon te offeren, Hij wilde het juist onderstrepen (vgl. Genesis 22:1-19). Zo kon Hij via Abraham een voorbeeld stellen voor het gebod dat Hij weldra zou geven: niet méér houden van wat je het dierbaarste is dan van God (vgl. Mattheüs 10:37). En toen Hij zelf door de duivel werd verleid (vgl. Mattheüs 4:1-11 en Lucas 4:1-13), liet Hij zien wie de grote baas en bedenker van de verleiding is. Die passage bevestigt Hij verderop, waar Hij zegt: 'Bid dat jullie niet in verleiding komen' (vgl. Mattheüs 26:41, Marcus 14:38 en Lucas 22:46). Tertullianus 1. Ook wij worden beproefd, maar als we die beproevingen eens nalopen, waar komen die beproevingen volgens ons vandaan? Wanneer we zeggen: bevrijd ons van de Boze blijft er verder niets meer over waarom we moeten vragen. Want als we eenmaal de beschutting van God tegen de Boze vragen en dat ook gedaan krijgen, staan we zeker en veilig tegen alle acties van de duivel en de wereld. Wat heb je nog te vrezen van de wereld als God je beschermer in de wereld is? Cyprianus De zevende en laatste bede is: 'Maar red ons van het kwaad.' We moeten immers niet alleen bidden, zoals bij de zesde bede, dat we niet terechtkomen in het kwaad waar we buiten staan. Nee, we moeten ook bidden dat we worden gered van het kwaad waarin we al zijn terechtgekomen. Wanneer dat is gebeurd, valt er niets meer te vrezen en hoeft er helemaal geen angst meer te bestaan voor welke beproeving dan ook. Augustinus, Bergrede 2. Hoe kunnen we, in de wereld van vandaag, een plaats geven aan het Godsvertrouwen waarover Cyprianus en Augustinus spreken? Is het dan zo dat de Heer ons leert bidden, dat we helemaal niet beproefd mogen worden? Waarom wordt dan gezegd: 'Een mens die niet beproefd is, heeft zich niet bewezen"? En ook: "Broeders, beschouw u als heel gelukkig wanneer u in allerlei beproevingen geraakt." (Jacobus 1,2) Maar betekent bijgeval 'in de beproeving' komen overweldigd worden door de beproeving? Want beproeving is als een overvolle rivier moeilijk over te steken. Zij die niet overweldigd