Onze Vader - Vader van allen

16 Dat wat betreft Gods glorie. Afgezien daarvan nog iets over het verzoek dat wij doen wanneer wij zeggen: Uw naam worde geheiligd. Wij verzoeken dan dat zijn naam geheiligd wordt in ons, die in Hem zijn, en tegelijk in de anderen op wie Gods genade nog wacht. Zodoende gehoorzamen wij ook aan de opdracht te bidden voor alle mensen, zelfs voor onze vijanden (vgl. Mattheüs 5:44). Het is dus een onbepaalde uitdrukking, we zeggen niet: 'worde geheiligd in ons', en daarmee eigenlijk: 'in allen'. Tertullianus 1. Welke consequentie heeft de bede “Uw naam worde geheiligd” voor de manier waarop wij met mensen omgaan? We vragen aan de Heer of zijn naam geheiligd mag worden in ons. Trouwens, door wie zou God geheiligd moeten worden? Hij zelf is het die heiligt. Maar omdat Hij zelf zegt: Wees heilig, want ook Ik ben heilig (Leviticus 11:44) en wij in het doopsel geheiligd zijn, is dit onze vraag, ons verzoek: dat wij mogen volharden in wat we zijn begonnen te zijn. En daarom bidden wij elke dag. Want dagelijks hebben wij heiliging nodig: elke dag gaan wij in de fout en wij moeten onze misstappen dus door voortdurende heiliging weer wegwassen. Cyprianus 2. ‘Uw naam worde geheiligd’ mag een herinnering aan ons doopsel zijn. Lukt het om te leven als gedoopten, of zijn we gedoemd om te falen? Geheiligd zijn we, zegt hij, in de naam van de Heer Jezus Christus en in de Geest van onze God. Dat deze heiliging in ons mag blijven, daarom bidden wij. En omdat de Heer en Rechter de mens die Hij heeft genezen en levend gemaakt waarschuwt niet meer in de fout te gaan zodat hem niet iets ergers overkomt (vgl. Johannes 5:14), is dit in on- ophoudelijke gebeden ons verzoek, is dit wat wij dag en nacht blijven vragen: dat die heiliging en levendmaking die we van Gods genade krijgen ook behouden mogen blijven door zijn bescherming. Cyprianus