22
dagen lang samen te werken, te leven
en te vieren. Dat klinkt enigszins
plechtig en wat abstract, maar dat is
uiteindelijk wat we in de praktijk hebben
geprobeerd te brengen door met
honderd stewards, die elkaar van
tevoren niet kenden en uitgezocht
hadden, in een ongestructureerde
omgeving heel praktisch aan de slag te
gaan. Dat leverde hele mooie
momenten op, zoals het 's avonds in de
kapel van de orthodoxe faculteit in alle
talen het onze vader te bidden,
stewards vol trots hun land of volk zien
presenteren op de culturele avonden, in
de ontmoeting met een oude
Roemeense man met kleindochter die
vol verwondering was waarom er langs
zijn flatblok opeens buitenlanders
liepen.
Culturele verschi llen
Tegelijk botste en schuurde het soms
ook behoorlijk door culturele en
communicatieverschillen, door diverse
verwachtingspatronen, maar ook op
inhoudelijk niveau. Oecumene bleek
lang niet voor iedereen vanzelf
sprekend en op dezelfde manier
verstaan te worden. Zelf had ik af en
toe de ervaring dat ik me als een van
de twee Nederlandse stewards echt
een minderheid voelde, maar anders
dan in ik in Nederland geregeld gewend
ben. In Nederland wekt het onder
leeftijdsgenoten regelmatig de
verwondering dat ik überhaupt gelovig
ben, theologie gestudeerd heb en werk
in kerkelijke setting. Tussen de
stewards was ik als NoordWest
Europeaan duidelijk in de minderheid,
en helemaal als RoomsKatholiek uit dit
deel van Europa en het feit dat ik als
vrouw werkzaam kan zijn in de kerk,
was voor de meesten onnavolgbaar.
Voor mij heeft dit tot gevolg gehad dat
ik me weer bewuster werd in discussies
van mijn eigen perspectief en meer oog
kreeg voor de perspectieven van
anderen. De discussie verandert op het
moment dat we over Europa spreken
met vooral net of nog niet toegetreden
EU landen, op het moment dat we het
begrip vrijheid onderzoeken met Wit
Russen en zoiets als 'verzoening' krijgt
een andere lading wanneer een
katholiek uit Bosnië dat gebruikt en
hetzelfde geldt voor een gesprek over
integratie en moslims.