15
moeten veranderen. CEC en COMECE
zijn nauw betrokken bij de dialoog
tussen de Brusselse instellingen en de
kerkelijke leiders. Maar JeanArnould
de Clermont, de Franse voorzitter van
de CEC, stelde na Sibiu duidelijk dat
“De kerken niet de religieuze knechten
zijn van de politici”. Hij vindt deze
Brusselse dialoog nog te vaak een
gebeuren voor de galerij en zegt het
gevoel te hebben dat we als kerkleiders
alleen voor de groepfoto naar Brussel
komen. Het is een dialoog waarbij een
partij eenzijdig de agenda, de
gesprekspartners en de agenda
bepaalt. En dat is geen dialoog. Artikel
51 erkent dat de kerken en
godsdiensten een specifieke plaats in
het Europese landschap bekleden (zie
interview met JeanArnould de
Clermont in Tertio van 19 september
2007 na afloop van de Assemblee).
4.
De impact van de oecumenische
dialogische relaties. Oecumene houdt
in dat mensen samenkomen.
Oecumene helpt je te ontdekken hoe
de wereld (of zoals in Sibiu Europa) in
elkaar steekt en steeds meer onderling
afhankelijk wordt. De in zichzelf
opgesloten mens (de homo clausus)
staat tegenover het oecumenische
wereldbeeld: ‘een wereld of geen
wereld’. In de oecumene leer je, aldus
Keith Clements, dat nationale loyaliteit
en internationale verantwoordelijkheid
hand in hand kunnen gaan, dat
nationale vaderlandsliefde en
internationale solidariteit een tweespan
kunnen vormen.
Het waren op de EEA3 in Sibiu vreemd
genoeg de buitenstaanders zoals de
burgemeester van Sibiu, de Europese
politici en de gewone Roemeense
mensen op het grote stadsplein na de
slotviering van de Assemblee
(“Eenheid, eenheid, eenheid”,
scandeerden ze) die de Europese
kerken en kerkleiders uitdaagden om
geen ‘gesloten gemeenschap’ te zijn,
maar de zoektocht naar diepere
eenheid en verzoening nog veel
serieuzer ter hand te nemen en daar
vooral niet mee te talmen.
Zelf kwam ik met een ambivalent
gevoel terug uit Sibiu. In de
informelere ontmoetingen (kleine
gespreksgroepen, samenkomsten
allerhande zoals het elkaar treffen
op straat of tijdens de maaltijden,
allerlei vieringen, enz.) kwam de
oecumenische elektriciteit tussen de
deelnemers tot ontlading en werd
tastbaar dat verzoening, een diepere
eenheid of een nauwere verbonden