De Kerk- Op weg naar een gemeenschappelijke visie

44 HOOFDSTUK IV De Kerk: in en voor de wereld Een oecumenisch antwoord op religieus pluralisme Er blijft ernstig verschil van mening over deze vragen binnen en tussen sommige kerken. Het Nieuwe Testament leert dat God wil dat alle mensen gered worden (vgl. 1 Tim. 2,4) en tegelijk dat Jezus de ene en enige redder van de wereld is (vgl. 1 Tim. 2,5 en Hand. 24,12). Welke conclusies moeten we uit deze bijbelse leer trekken met betrekking tot de mogelijkheid van heil voor hen die niet in Christus geloven? Sommigen houden dat voor hen die niet uitdrukkelijk het christelijk geloof delen heil in Christus door de kracht van de heilige Geest mogelijk is langs wegen die alleen God bekend zijn. Anderen zien niet hoe deze zienswijze voldoende recht doet aan de bijbelse passages die betrekking heb- ben op de heilsnoodzakelijkheid van geloof en doop. Verschillen in deze kwestie zijn van invloed op de wijze waarop men de zending van de Kerk opvat en in praktijk brengt. Hoe kunnen de kerken, in een context van toegenomen bewustzijn van de vitaliteit van verschillende godsdiensten over de hele wereld, een grotere convergentie bereiken in deze kwesties en effectiever samenwerken in het in woord en daad getuigen van het Evangelie? B. De morele uitdaging van het Evangelie 61. Christenen zijn geroepen hun zonden te berouwen, anderen te vergeven en een leven te leiden van opofferende dienstbaarheid; leerling zijn vraagt morele betrokkenheid. Maar, zoals Paulus met zoveel nadruk leert, worden mensen niet gerechtvaardigd door de werken van de wet maar door genade langs de weg van geloof (vgl. Rom. 3,21-26; Gal. 2, 19- 21). Zo leeft de christengemeenschap in de sfeer van Gods vergeving en genade die het mo- rele leven van de gelovigen oproept en vorm geeft. Het is van groot belang voor het herstel van de eenheid dat de twee gemeenschappen waarvan het uiteengaan het begin van de pro- testantse Reformatie markeerde een consensus hebben bereikt over de centrale aspecten van de leer van de rechtvaardiging door het geloof, die het voornaamste focus van hun onenig- heid was ten tijde van de scheiding. 63 Het is op grond van geloof en genade dat moreel en- gagement en gezamenlijk handelen mogelijk zijn en intrinsiek moeten worden genoemd aan het leven en het zijn zelf van de Kerk. 62. De ethiek van de leerlingen van Christus is geworteld in de scheppende en zich openbarende God en krijgt vorm wanneer de gemeenschap probeert om in omstandigheden 63 Zie de luthers/rooms-katholieke Gemeenschappelijke verklaring over de leer van de rechtvaardiging , te vin- den op de site van de Katholieke Vereniging voor Oecumene, onder documenten (zie noot 18).

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=