De Kerk- Op weg naar een gemeenschappelijke visie

B. Groei in de wezenlijke elementen van gemeenschap: geloof, sacramenten en ambt 39 door allen aanvaard als een belangrijke dienst die zij leverden in het koesteren en onderhou- den van gemeenschap over de hele breedte van de Kerk. 55 Waar het gaat om de deelname en de rol van leken op synodes houden de kerken er op het ogenblik verschillende zienswijze en praktijken op na. Het gezag van oecumenische concilies Hoewel de meeste kerken de leerstellige bepalingen van de vroege oecumenische conci- lies aanvaarden als uitdrukking van de leer van het Nieuwe Testament, houden som- mige eraan vast dat alle leerstellige bepalingen van na die tijd herzien kunnen worden, terwijl andere sommige leerstellige bepalingen beschouwen als normatieve en daarom onveranderlijke geloofsexpressie. Heeft de oecumenische dialoog een gezamenlijke vast- stelling mogelijk gemaakt van de normativiteit van de leer van de vroege oecumenische concilies? 54. Overal waar de Kerk samenkomt om zich te beraden en belangrijke beslissingen te nemen is er iemand nodig om de vergadering bijeen te roepen en voor te zitten voor de goede orde en om het proces te faciliteren van het bevorderen, onderscheiden en verwoor- den van consensus. Degenen die voorzitten moeten, voor de opbouw van de Kerk, altijd in liefde en in waarheid ten dienste staan van degenen die onder hun voorzitterschap staan. Degenen die voorzitten hebben de plicht om de integriteit van lokale kerken te respecteren, moeten de stemlozen stem geven en de eenheid in verscheidenheid hooghouden. 55. Het woord ‘primaat’ verwijst naar de gewoonte en het gebruik, dat al door de eer- ste oecumenische concilies werd erkend als een oude praktijk, waarbij de bisschoppen van Alexandrië, Rome en Antiochië, en later Jeruzalem en Constantinopel, een persoonlijk ambt van toezicht uitoefenden over een gebied dat veel groter was dan dat van hun eigen kerk- provincies. Zo’n primatiaal toezicht werd niet gezien als in tegenspraak met synodaliteit of conciliariteit, omdat die eerder een uitdrukking zijn van de collegiale dienst aan de eenheid. 55 Een ‘oecumenisch’ concilie zou er een moeten zijn dat de hele christelijke wereld vertegenwoordigt. Het eer- ste concilie van dien aard dat universeel wordt erkend is dat gehouden in 325 te Nicea om de godheid van Chris- tus te bevestigen tegenover de leer van Arius waarin de gelijkheid van de Zoon met de Vader werd ontkend. De kerken verschillen van mening over de vraag hoeveel van dergelijke concilies gehouden zijn. Over oecumeni- sche concilies en hun gezag zie bijvoorbeeld de luthers/orthodoxe tekst ‘Authority in and of the Church. The Ecumenical Councils’ (1993) in Growth in Agreement III , 12-14; de paragrafen over ‘Councils and the Declara- tion of the Faith’ in de dialoog tussen rooms-katholieken en de Disciples of Christ ‘Receiving and Handing on the Faith. The Mission and Responsibility of the Church’ in Growth in Agreement III , 125-127; zie ook Councils and the Ecumenical Movement , Genève (WCC) 1968.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=