De Kerk- Op weg naar een gemeenschappelijke visie

34 HOOFDSTUK III De Kerk groeit in gemeenschap De gave van gezag bij het ambt in de Kerk 48. Alle gezag in de Kerk komt van haar Heer en hoofd Jezus Christus, wiens gezag, in het Nieuwe Testament weergegeven met het woord exousia (macht, gedelegeerde bevoegd- heid, moreel gezag, invloed; letterlijk ‘vanuit iemands wezen’) werd uitgeoefend in zijn ver- kondiging (vgl. Mat. 5,2; Luc. 5,3), het verrichten van wonderen (vgl. Marc. 1, 30-34; Luc.4, 35- 36), het uitdrijven van duivels (vgl. Marc. 1,27; Luc. 4,35-36), het vergeven van zonden (vgl. Marc. 2,10; Luc. 5,4) en het leiden van de leerlingen op de weg van het heil (vgl. Mat. 16,24). Heel Jezus’ optreden werd gekenmerkt door gezag (Marc. 1,27; Luc. 4,36) dat zichzelf ten dienste van de mensen stelde. Jezus, die ‘alle gezag in de hemel en op aarde had ontvangen’ (vgl. Mat. 28,18) deelde zijn gezag met de apostelen (vgl. Joh. 20,22). Hun opvolgers in het ambt van toezicht ( episkopé ) oefenden gezag uit in de verkondiging van het Evangelie, in de viering van de sacramenten, vooral de eucharistie, en in de pastorale leiding van de gelovi- gen. 47 49. De eigen aard van het gezag in de Kerk kan alleen correct worden begrepen en uitgeoefend in het licht van het gezag van haar hoofd, van hem die werd gekruisigd, die ‘zich ontledigde’ en ‘gehoorzaam zelfs de dood aanvaardde, de dood op het kruis’ (Fil 2,7-8). Dit gezag moet worden begrepen in het kader van Jezus’ eschatologische belofte zijn Kerk te lei- den naar de voltooiing in het koninkrijk der hemelen. Daarom verschilt het gezag van de Kerk van dat van de wereld. Toen de leerlingen probeerden macht uit te oefenen over elkaar, cor- rigeerde Jezus hen met de woorden dat hij niet gekomen was om gediend te worden maar om te dienen en zijn leven voor anderen te geven (vgl. Marc. 10,41-45; Luc. 22,25). Gezag in de Kerk moet worden opgevat als een nederige dienst, die de koinonia van de Kerk voedt en opbouwt in geloof, leven en getuigenis; het toonbeeld ervan is de daad waarmee Jezus de voeten van de leerlingen waste (Joh. 13,1-17). Het is een liefdedienst ( diakonia ), zonder enige overheersing en dwang. 50. Het gezag in de Kerk in de verschillende vormen waarin en niveaus waarop het wordt uitgeoefend moet daarom worden onderscheiden van pure macht. Dit gezag komt van God de Vader door de Zoon in de kracht van de heilige Geest; daarom weerspiegelt het de heiligheid van God. Ook de gezagvolle bronnen die in verschillende mate door de kerken 47 Deze basale omschrijving van het gezag dat Jezus had en dat hij deelde met de Kerk volgt van nabij de om- schrijving die gegeven wordt door de orthodox/rooms-katholieke verklaring van Ravenna (2007) ‘Ecclesiologi- cal and Canonical Consequences of the Sacramental Nature of the Church. Ecclesial Communion, Conciliarity and Authority’ § 12; zie boven noot 28.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=