De Kerk- Op weg naar een gemeenschappelijke visie

B. Groei in de wezenlijke elementen van gemeenschap: geloof, sacramenten en ambt 31 Sacramenten en instellingen In het licht van de convergentie inzake de doop en de eucharistie en van het verder doordenken op de historische wortels en de mogelijke verenigbaarheid van de uitdruk- kingen ‘sacrament’ en ‘instelling’ staan de kerken voor de uitdaging om na te gaan of zij tot meer overeenstemming kunnen komen over de dimensie van het kerkelijk leven dat deze riten betreft. Zo’n convergentie zou ze ertoe kunnen brengen nog verschillende an- dere kwesties onder ogen te zien. De meeste kerken vieren in hun liturgie andere riten of sacramenten, zoals de zalving met chrisma of confirmatie [vormsel], het huwelijk en de ordinatie en vele hebben riten voor de vergeving van zonden en de zegening van zie- ken. Kunnen het aantal en de kerkelijke status van deze sacramenten of riten niet eens op de agenda van oecumenische dialogen worden geplaatst? We nodigen de kerken er ook toe uit te bezien of zij meer convergentie kunnen bereiken over de vraag wie de doop mag ontvangen en wie de liturgische vieringen van de Kerk mag leiden? En ver- der, zijn er manieren waarop het tot een vollediger wederzijds begrip kan komen tussen kerken die deze riten vieren en christengemeenschappen die ervan overtuigd zijn dat het delen van een leven in Christus de viering van sacramenten of andere riten niet ver- eist? Ambten in de Kerk Geordineerd ambt 45. Alle kerken onderschrijven dat, anders dan de vele priesters in het Oude Testa- ment (vgl. Heb. 7,23), Jezus onze Hogepriester (vgl. Heb. 7,27;) zijn verlossend offer eens en voorgoed (vgl. 9,12; 9,26; 10,10,12-14) heeft opgedragen. Zij verschillen in de implicaties die deze teksten volgens hen hebben. Doop, eucharistie en ambt merkte op dat geordineerde ambtsdragers ‘terecht priesters mogen worden genoemd, omdat zij een bijzondere priester- lijke dienst vervullen door het versterken en opbouwen van het koninklijk en profetisch pries- terschap van de gelovigen door woord en sacrament, door hun voorbede en door hun pasto- rale leiding van de gemeenschap.’ 41 In het verlengde van deze zienswijze zijn sommige ker- ken van mening dat het geordineerde ambt in een bijzondere verhouding staat tot het unieke priesterschap van Christus en dat het onderscheiden is van het koninklijk priester- schap dat in 1 Petr. 2,9 wordt beschreven, ofschoon het daar wel mee verbonden is. Deze kerken geloven dat bepaalde personen worden geordineerd tot een bijzondere priesterlijke 41 Doop, eucharistie en ambt , ambt § 17.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=