De Kerk- Op weg naar een gemeenschappelijke visie

4 HOOFDSTUK I Gods zending en de eenheid van de Kerk HOOFDSTUK I Gods zending en de eenheid van de Kerk A. De Kerk in het plan van God 1. De christelijke opvatting van de Kerk en haar zending heeft haar wortels in het visi- oen van Gods grote plan (‘economie’) voor heel de schepping: het ‘koninkrijk’ dat beloofd is door en geopenbaard in Jezus Christus. Volgens de Bijbel werden man en vrouw geschapen naar Gods beeld (vgl. Gen. 1,26-27); zij dragen daardoor in zich het vermogen tot gemeen- schap ( koinonia in het Grieks) met God en met elkaar. Gods bedoeling met de schepping werd gedwarsboomd door de zonde en ongehoorzaamheid van de mens (vgl. Gen. 3-4; Rom. 1,18 – 3,20) die schade deed aan de verhouding tussen God, de mensen en de scheppings- orde. Maar God bleef trouw, ondanks de zonde en de verdooldheid van de mens. De dyna- mische geschiedenis van het herstel van de koinonia door God had haar onomkeerbare vol- tooiing in de menswording en het paasmysterie van Jezus Christus. Als lichaam van Christus handelt de Kerk in de kracht van de heilige Geest om zijn levengevende zending voort te zet- ten in profetisch en compassievol dienstwerk en neemt zo deel aan de moeite die God zich geeft om een gebroken wereld te helen. Gemeenschap, waarvan het eigen leven van de hei- lige Drie-Eenheid de bron is, is de gave waarvan de Kerk leeft en tegelijk de gave die zij ge- roepen is te bieden aan een gewonde en verdeelde mensheid in de hoop op verzoening en genezing. 2. Gedurende zijn dienstwerk op aarde ‘trok Jezus langs alle steden en dorpen, gaf er onderricht in de synagogen, verkondigde het goede nieuws over het koninkrijk en genas ie- dere ziekte en elke kwaal. Toen hij de mensenmenigte zag, voelde hij medelijden met hen…’ (Mat. 9,35-36). De Kerk ontleent haar zending aan het handelen en de belofte van Christus zelf die niet alleen in woord en daad het koninkrijk van God verkondigde, maar mannen en vrouwen riep en uitzond, in de kracht van de heilige Geest (Joh. 20,19-23). De Handelingen van de apostelen verhalen ons dat Jezus’ laatste woorden tot de apostelen voordat hij naar de hemel opsteeg waren: ‘Maar wanneer de heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen en van mij getuigen in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, tot aan de uiteinden van de aarde’ (Hand. 1,8). Elk van de vier evangeliën eindigt met een zendingsopdracht; Mat- teüs verhaalt: ‘Jezus kwam op hen toe en zei: “Mij is alle macht gegeven in de hemel en op aarde. Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, en hen te leren dat zij zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen: ik ben met jullie, tot aan de vol- tooiing van de wereld”’ (Mat. 28, 18-20; zie ook Marc. 16,15; Luc. 24,45-49; Joh. 20,19-21). Dit

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=