Overeen 2004 9

1 Overeen, nr. 9, januari 2004 katholieke vereniging voor oecumene athanasius en willibrord gezocht voor de eenheid, of het oude bondgenootschap valt uit elkaar. Ook kerken kunnen elkaar vinden vanuit een gemeenschappelijk belang, bijvoorbeeld om sterk te staan tegenover de burgerlij- ke overheid. Echte vrede moet oprecht zijn en zich uiten in hartelijke tekens van eenheid. Als christenen elkaar de hand reiken, is het dan louter praktisch, of oprecht en van harte? Als ze aan God een offer van lof brengen, kunnen ze dan zeggen dan geen van hun broeders iets tegen hen heeft, zoals Jezus vraagt in Mt. 5,23-24? De oprechte bedoeling van onze broeder kunnen we het beste peilen als we luiste- ren naar zijn eenvoudig gebed tot God. Daar mogen we hem ook op bevragen. Het is daarom goed om elkaar uit te nodigen bij het gebed, bij de eredienst. Het gebed vraagt eerlijkheid en open- baart ons echte verlangen. Een uitnodiging aan ons. Dit jaar worden wij in de week voor de eenheid uitgeno- digd om te luisteren hoe de christenen in Aleppo in Syrië bidden om vrede. Het zijn oude gebeden die een lange traditie kennen. Ze blijven levend op de lippen van gelovigen die juist in moeilijke tijden meer eenheid vinden en elkaar als broe- ders en zusters herkennen. De kerken van Aleppo zijn klein in omvang. Ze staan tegenover een islamitische meer- derheid met wie zij in vrede willen sa- menleven. In elk van deze kerken bidt men op een eigen manier tot God om vrede. Maar zij weten van elkaar dat ieder die vrede beschouwt als een gave van de Heer, een gave die ze zelf niet kunnen maken, maar die ze toch graag laten uitstralen naar anderen. In de bidweek voor de eenheid willen we met hun woorden bidden om vrede. Dan groeien wij toe naar de eeuwige vrede die de Heer ons allen samen bereid heeft en waarin wij van harte één zullen zijn met elkaar. Leo van der Klaauw Pater Leo van der Klaauw is lid van de Nederlandse werkgroep voor de Week van Gebed voor de Eenheid. De gebedsweek voor de eenheid heeft in 2004 tot thema “Mijn vrede geef Ik u” (Joh.14,27). Deze woorden van Jezus vinden we terug in het gebed om vrede, zoals dat in onze liturgie gebe- den wordt vóór de vredeswens. Dat gebed eindigt met de woorden: “Geef vrede in uw Naam en maak ons één”. Vrede en eenheid worden in één adem genoemd, ze horen bij elkaar. Eigenlijk vanzelfsprekend. Bij echte vrede is er geen ruimte voor verdeeldheid. En een- heid is een bron van vrede. Zo lezen we ook in Kol. 3,15: “En laat de vrede van Christus heersen in uw hart; daartoe zijt gij immers geroepen als leden van één lichaam”. Maar hoever reikt dat éne lichaam? Met wie zijn we verbonden als we bidden: “Geef ons vrede, maak ons één”? Politieke, aardse, vrede is nog geen eenheid. Na een oorlog sluiten de strij- dende partijen vrede. Meestal is er dan een overwinnaar. De vrede wordt een dictaat aan de verliezer en de vijandige gevoelens kunnen nog vele jaren blijven bestaan. Het gebied van de tegenstan- der kan worden ingelijfd: een schijneen- heid, die meestal gepaard gaat met discriminatie. Beter wordt er bij een vrede van beide kanten iets toegegeven en sluit men een compromis. Dan reikt men elkaar dan de hand, hoewel niet erg van harte. Tussen kerken kan er zo’n praktische vrede bestaan. Na een strijd over dogma of kerkelijke gebruiken legt men zich neer bij gescheidenheid. Een grotere kerk kan een kleinere ‘gedogen’ en deze zien als minder belangrijk. Eenheid wegens gemeenschappelijk belang blijft oppervlakkig. Eenheid maakt macht. Daarom kunnen landen een verbond sluiten om sterk te staan tegen- over een gemeenschappelijke vijand. Als die vijand wegvalt, of niet meer gevaarlijk is, moet een nieuwe grond worden Vrede en eenheid niet los verkrijgbaar iet Gebedsweek 18-25 januari Het materiaal voor de Gebedsweek voor de Eenheid is dit jaar vernieuwd uitgegeven. Ineke Bakker, secretaris van de Nederlandse Raad van Kerken die het materiaal voor Nederland uitgeeft: “De vaak letterlijke vertaling gaf de teksten iets stroefs en de liturgiesuggesties komen vaak uit een dermate andere context dat ze voor Nederlandse gemeenten en parochies niet altijd bruikbaar zijn.” De Raad van Kerken koos er voor de uitgave daarom naar Britse voorbeeld uit te voe- ren. De vertaling werd gestroomlijnd, de inleiding werd verkort, terwijl het achter- grondmateriaal en de extra gebeden op de website www.raadvankerken.nl werden gepubliceerd. Het boekje en de poster werden nieuw vormgegeven. Bakker: “Samen bidden en vieren is een belangrij- ke activiteit, die een zorgvuldige, mooie uitvoering rechtvaardigt.”

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=