Overeen 2021-46

maart 2021 4 • In het gebruik van de latere Syri- sche schrijvers zoals Jacob van Se- rug (+521), Philoxenus van Mabbug (+523), en Isaak van Antiochië (de vijfde of vroege zesde eeuw) verwijst de term ihidoyo duidelijk naar een monnik (dayroyo). Er moet echter worden gezegd dat de latere Syrische auteurs de diepere betekenis van de term ihidoyo niet zijn vergeten in de loop van latere ontwikkelingen van het monastieke leven. De volgende passage uit Philoxenus van Mabbug’s brief aan Patricus dient als een goed voorbeeld: “De ihidaya moet zijn naam op een doeltreffende manier uitleven, en zowel innerlijk als uiterlijk een ihidaya zijn. Hij mag niets anders in zich hebben dan zichzelf alleen, en Degene die in hem woont; ik be- doel Christus, die er alleen mee in- stemde Zichzelf in hem te vestigen als hij alleen zou zijn.” Invloed Er is een schat aan ascetische en mo- nastieke literatuur van prominente figuren als Philoxenus van Mabbug, Johannes van Apamea en Isaac van Nineve om er maar enkele te noe- men. Deze laatste, die afkomstig was uit Qatar en bisschop werd van Nine- veh (het huidige Mosul in Irak) in het midden van de zevende eeuw, had in- vloed buiten zijn geboortestreek tot Het Syrische christendom kent een aparte ascetische traditie die sommi- gen het ‘proto-monachisme’ hebben genoemd en waarvan Aphrahat ‘de Perzische wijze’ (ca. +345) en Ephrem de Syriër (+373) onze voornaamste getuigen zijn. Het Syrische ‘pro- to-monachisme’ onderscheidt zich duidelijk van de ‘anachoretische’ en ‘cenobitische’ monastieke ontwik- kelingen die in Egypte plaatsvon- den in de derde en vierde eeuw. Van Aphrahat leren we dat de le- den van de qyomo in kleine groe- pen leefden, soms van mannen en vrouwen samen, huisgemeen- schappen vormend van informele religieuze communiteiten. Zulke mensen worden ihidoye of bnay qyomo genoemd. Zij woonden in steden en dorpen en hadden veel interactie met de mensen in de plaatselijke gemeenschap. In dit opzicht verschilden zij sterk van het Egyptische monastieke model van anachoresis of terugtrekking uit stad en dorp naar de woestijn, hetzij alleen, volgens het model van de heilige Antonius, hetzij in gemeenschappen, in navolging van Pachomius. Versmelting met het Egyptische model De late vierde en vroege vijfde eeuw vormen een keerpunt in de geschie- denis van de ascese in het Syrische Oosten. Dit is een periode waarin de inheemse vormen van Syrische ascese, namelijk die van ihidoye en bnay qyomo, een transformatie onder- gingen als gevolg van de versmelting ervan met het Egyptische model van monnikendom dat in Syrische ogen steeds meer aanzien had gekregen. De samensmelting van de Syrische proto-monastieke traditie met het Egyptische model van monnikendom lijkt soepel te zijn verlopen. “Het is in deze periode dat in het Syrische binnenland instellingen verschijnen die typerend zijn voor de “Grote Kerk”, waaronder een in- stelling die het christelijke leven nog eeuwenlang op unieke wijze zou kenmerken, namelijk het mon- nikendom.” (Griffith, ‘Ascetism in the Church of Syria, 221.) De bronnen van inspiratie voor het religieuze leven in de Syrische Kerk aan Tokio in Japan. De Syrische ge- schriften van Isaac zijn beschikbaar in andere talen waaronder het Grieks, het Russisch en zelfs het Japans. Ze circuleren in kloostercentra en daar- buiten en nemen na de Bijbel de tweede plaats in in vele monastieke kringen op de berg Athos en elders. Midden-Oosten en Europa De Syrisch-orthodoxe gemeen- schappen in Europa, waarvan de meeste in de jaren 1970 en 1980 zijn ontstaan, bestaan grotendeels uit de Syrische gelovigen uit de re- gio Tur ‘Abdin in Zuidoost-Anato- lië, Turkije. De regio Tur ‘Abdin, het hart van het Syrische christendom, is bezaaid met vele oude kloosters, waarvan er zes nog steeds worden bewoond door monniken en non- nen en jonge roepingen aantrek- ken. Het Mor Ephrem Klooster in Nederland is het eerste Syrisch-or- thodoxe klooster dat in 1981 in Europa werd opgericht. Drie ande- re kloosters, Mor Jacob van Sarug in Duitsland, Mor Augin in Zwit- serland en Dayro d’Slibo (Heilig Kruis) in Zweden dragen bij aan de spirituele levendigheid van de Sy- rische diasporagemeenschappen, die bestaan uit ongeveer 250.000 men- sen. Tenslotte zijn er thans aanwijzingen dat de kloosters in de Syrisch-ortho- doxe Kerk heropleven en dat het aan- tal monniken toeneemt, waardoor de aanvoer van bisschoppen voor de toekomst gewaarborgd is (in aanmer- king nemend dat in de orthodoxe traditie bisschoppen uit de kloosters worden gekozen). Bovendien heeft de Westerse diaspora nieuwe horizon- ten geopend en de Syrische Kerk en gemeenschap veel kansen geboden. Omgekeerd heeft de Westerse dia- spora de Westerse kerken de gelegen- heid geboden om in direct contact te komen met en te leren van de erva- ringen van de verschillende Syrische kerken met hun eigen rijke en ken- merkende geschiedenis en spirituele erfgoed. £ Mor Polycarpus is aartsbisschop van de Syrisch-Orthodoxe Kerk in Nederland door Mor Polycarpus Augin Aydin . . . . . .

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=