Overeen 2020-45

september 2020 7 • gen in een nieuwe beschrijving van de Hervormingen. We krijgen dan duidelijker in beeld dat zowel Paus Adrianus als Erasmus, zowel Thomas à Kempis als Luther hervorming van de kerk nastreefden. Daardoor kun je laten zien dat de scheuring een dra- ma is voor elke kerk. Elke kerk is zon- der de ander incompleet. Thomas à Kempis is een Hervormer in de nog ongedeelde kerk van het Westen. Hij is één van die geestelijke schrijvers die kerken kan verbinden, juist in het verlangen naar de voort- gaande hervorming van de Kerk. Wanneer je internet raadpleegt zie je dan ook dat De Navolging in gelijke mate een bron van inspiratie is, voor zowel Rooms Katholieken, als voor Protestanten. De Navolging blijkt een inspiratiebron voor Leonardo Boff om over bevrijdingstheologie te spreken, voor Mink de Vries om aan jongeren de waarden van het geloof over te dragen, voor Wim van Ree om over armoede en dak- en thuislozenop- vang te spreken. Voor veel mensen zal het boekje een moment van be- zinning of inkeer zijn: “Het konink- rijk van God is binnen in jullie.” Dankzij Jacques Koekkoek kan De Navolging van Christus ook een in- spiratiebron in mijn leven worden. Daarvoor ben ik hem dankbaar. £ Diaken Rob van Uden is teamleider van de parochie Heilige Geest van Rijen, Molenschot en Hulten van het bisdom Breda en bestuurslid van de Katholieke Vereniging voor Oecumene Hervorming van de eucharistie Thomas à Kempis heeft door de eeu- wen heen een bijzondere status in de Rooms Katholieke Kerk gehad. Daar- voor zijn meerdere oorzaken aan te wijzen, maar één daarvan is zeker dat hij in het derde deel van De Na- volging een grote nadruk legt op het veelvuldig ter communie gaan. Het fascinerende hoofdstuk is geschreven als een doorlopend gebed, een intie- me samenspraak van een leerling met God. Deze eucharistische vroomheid kwam de contrareformatie (ook een vorm van hervorming) vanzelfspre- kend goed van pas. De Rooms Ka- tholieke Kerk was gediend met een degelijke beleving van de eucharistie als een verdedigingswal tegenover de oprukkende reformatie. Als protestant kun je natuurlijk dit ‘typisch Roomse’ hoofdstuk overslaan, maar vanuit oe- cumenisch oogpunt is het misschien wel het meest interessante deel van dit werk. Allereerst lijkt het me van belang om te zien dat het Thomas niet om kerkleer of dogma’s gaat, maar om de omgang met die leer. Juist in dit der- de hoofdstuk is het interessant om de Hervormer in Thomas te ontdekken. Hij schrijft: “Velen gaan naar allerlei plaatsen om de relieken van heiligen te bezoeken (...) Zij bezichtigen en kus- sen hun gebeente, dat bedekt is met zijde en goud.” Het lijkt een passage uit ‘De lof der zotheid’ van Erasmus. Niet vreemd, want Erasmus kreeg les van de broeders van de Moderne Devotie. Net als de Hervormers later houdt Thomas zijn lezers weg van bij- zaken en richt ze op het wezenlijke. Wanneer hij schrijft over de bele- ving van de eucharistie, “…opdat zij zich er van bewust worden en erva- ren hoe zwak zij van zichzelf zijn en hoeveel goeds en gunsten zij van U ontvangen”, lijkt het of ik één van de inspiratiebronnen voor de genadel- eer van Luther tegenkomt. Mooi om die gelijkenis te zien. Maar historisch denkbaar ook: Ook Luther kreeg les bij de broeders van de Moderne De- votie gevolgd. En sterker: De geest van de Moderne Devotie was in aller- lei opleidingsinstituten aanwezig. Wanneer Thomas de plaats van de priester beschrijft, probeert hij de omgang met het priesterschap te zui- veren. Hij wijst wangedrag af en legt het accent op de nederigheid van de priester. De priester heeft het gebed net zozeer nodig heeft als de andere gelovigen. En hij wijst erop dat het initiatief voor de eucharistie bij God ligt, niet bij de priester. Geschiedenis herschrijven Allerlei hoofdstukken in onze ge- schiedenisboeken zouden herschre- ven moeten worden. Het is voor de toekomst belangrijk dat we tot een gezamenlijke formulering komen van onze nieuwe inzichten op: ont- dekkingsreizen, discriminatie, man- vrouw verhoudingen en conflicten. Dat betekent dus ook dat we de ge- deelde opvattingen, opgedaan in de oecumenische dialogen, samenbren- Zoals ook bij andere hedendaagse kunstenaars wordt het ‘opgeblazen ego’ in dit conceptuele werk van Rémy Zaugg een stevige speldenprik toegediend. Heeft onze moderne tijd het niet nodig dat we bescheidener omgaan met onszelf en met alle projecten van ongebreidelde zelfverwerkelijking

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=