Overeen 2020-45

september 2020 3 • zaterdagavond in de veertigdagen- tijd ook een speciaal vieringsmoment voor kinderen vormgegeven. En in de paastijd gebeurde dat voor een bre- der publiek, om 19.00 uur. Digitale gemeenschap Terugkijkend naar de 2.5 maanden dat het getijdengebed op deze manier werd vormgegeven, komt de vraag boven welke de betekenis van het getijdengebed was in deze (begin)tijd van corona. Alle vaste viermomenten in de kerken waren, bijna van de ene op de andere dag, verdwenen. Kerken sloten hun deuren. Kerkgebouwen bleven wel zichtbaar, maar de liturgie ging, in zekere zin, in een ‘schuilkerk’. Omwille van de gezondheid van de kerkgangers én van de voorgangers bleven de kerkgangers thuis en gin- gen vele voorgangers door met de vieringen, welke dan online ‘live’ te volgen waren. Dit gebeurde ook met de vieringen op de zondagen, waar- door er een bonte verscheidenheid aan vieringen ‘live’ te volgen was; met de mogelijkheid van zappen van de ene naar de andere viering, of ook meerdere vieringen achter elkaar te kunnen bekijken, omdat bijna alle vieringen aanwezig bleven op inter- net. Dat gold ook voor het getijden- gebed. Daar waar mensen niet in staat of niet in de gelegenheid waren om de viering ‘live’ mee te maken, soms vanwege ’t vroege of juist ’t late of niet laat-genoege tijdstip, werd er later alsnog gekeken. Er ontstond rondom het getijdenge- bed een vaste kern van meebidders, je zou ook kunnen zeggen een digi- tale gemeenschap, waarvan sommige mensen elkaar ook in het dagelijks le- ven al kenden, of mensen die elkaars namen herkenden en langzamerhand tot ‘bekenden’ uitgroeiden. Structuur Vastheid in ritueel en structuur bleek een van de pijlers voor deze vieringen van ’t getijdengebed. Elke pastoor gaat voor op haar/zijn eigen wijze. Ook wat betreft het (voor)zingen, de gebaren en de gebeden. En dat was ’t ook juist dat gewaardeerd werd. Niet alle vier precies hetzelfde doen, maar juist alle vier zelf het gebed van de kerk vormgeven om zo de gezamen- lijkheid te tonen. Wat was het nu dat mensen steeds weer terugkwamen om de getijden te bidden in deze tijd van corona? Was het omdat vaste structuren – in kerk en maatschappij – wegvielen? Het was misschien wel omdat het getijdengebed júist die structurering bood van de dag, die weggevallen was. Het was geworden tot één gro- te dag, zonder vaste punten. En die vaste punten werden gemaakt door de vaste tijden van ’t getijdengebed. Houvast Tevens, en dat merkte ik bij mijzelf, wilde ik zelf houvast in deze tijd van bijna helemaal geen houvast meer. De mogelijkheid om in mijn kerkgebouw, de dagsluiting vorm te kunnen geven ervoer ik als een houvast in deze on- zekere tijd. Houvast vinden in ’t gebed en in de verbondenheid met de Heer. En dat niet voor mijzelf te houden in het kerkgebouw, maar om dat – heel eenvoudig – te streamen via ‘live’ op Facebook. En dat (naast ook de andere gebedstijden) sloeg kennelijk aan bij een behoorlijke grote groep mensen die ook op zoek waren naar houvast in deze tijd én naar (een vorm van) ge- bed. Om een moment met elkaar ver- bonden te zijn – je kon elkaars namen immers zien; elkaar groeten; elkaar een goede nacht wensen – en zo ook de verbondenheid met de Heer vorm te geven. Een bijzonder verbonden- heid op bijzondere wijze. Elke avond sloot ik de dagsluiting met de zegen én met de wens voor een goede nacht- rust en ‘voor hen die vannacht waken, werken en zorgen: sterkte en goede moed’. Een wens, een bede die, vooral in de periode van enorme groei van het aantal COVID-19 patiënten, in de ziekenhuizen én de vele hardwerken- de verpleegkundigen en arts en ande- re personeel, een manier was of werd om hen te ondersteunen en de moed niet te verliezen. En zo ook te weten, te ervaren en erop te vertrouwen dat het ook de Heer het is die over ons waakt. £ Rudolf Scheltinga is pastoor van de Oud-Katholieke St. Agnesparochie in Egmond aan Zee

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=