Overeen 2019-43

6 • september 2019 Oecumene vraagt permanente zorg en aandacht door Geert van Dartel In het najaar van 1994 kwam ik in dienst van de Sint Willibrord Vere- niging. Ik wist niet echt waar ik aan begon. Mijn kennis en expertise lagen op het gebied van de Kerk in Midden- en Oost-Europa. Ik had me daar in goede oecumenische samen- werking jarenlang intensief mee bezig gehouden. De Nederlandse ker- kelijke verhoudingen kende ik toen nog niet zo goed. Het gesternte was bovendien niet gunstig. ‘Over tien jaar doe jij hier als laatste het licht uit’, vertrouwde scheidend secretaris Tije Brattinga me in de eerste weken van mijn dienstverband toe. Ik ben aan dit werk begonnen vanuit de overtuiging dat de oecumenische oriëntatie tot het wezen van het Kerk-zijn behoort. Ik vind dat nog steeds. Het Tweede Vaticaans Con- cilie zette in de jaren zestig de lijnen uit voor de katholieke deelneming aan de oecumenische beweging. Er is sindsdien zoveel gebeurd en in gang gezet dat niemand de grote betrok- kenheid van de Rooms-katholieke Kerk bij de oecumenische beweging kan ontkennen. Maar toen ik in jaren negentig begon viel me op dat de oecumenische samenwerking in ons land in moeizaam vaarwater terecht was gekomen. Een tobberig en relle- rig imago waren tekenend voor de sfeer van die tijd. Dat is in de loop der jaren geleidelijk veranderd. Ik heb er voor geijverd om de oecumenische opdracht steeds in het midden van de Kerk onder de aandacht te bren- gen en van daaruit steun en mede- werking te krijgen voor de Vere- niging. Goodwill was er altijd, maar tegelijkertijd neemt met de ontkerke- lijking ook het draagvlak verder af. Dat is zorgelijk. Hoewel oecumene ook vandaag geen topprioriteit is in de Rooms-katholieke Kerk van ons land, bestaan er op diverse niveaus in de Rooms-katholieke Kerk wel dege- lijk goede oecumenische contacten met andere kerken. De Vereniging heeft daar aan bijgedragen. Wat waren voor mij de hoogtepunten in deze 25 jaar? Heeft het iets opgele- verd wat van blijvende waarde is? Dat zal de tijd leren natuurlijk, maar toch waag ik het alvast enkele zaken te benoemen. Vijftig jaar SWV Een eerste hoogtepunt voor mij was de viering van het vijftigjarig jubi- leum van de Sint Willibrord Vere- niging op 12 juni 1998 in het Theater aan de Parade in Den Bosch. Prof. Otto Herman Pesch hield een prach- tige en onvergetelijke feestrede over Het werk voor de eenheid van de Kerk vergt een lange adem. Dat is één van de lessen die ik in de voorbije 25 jaar in dienst van de Katholieke Vereniging voor Oecumene heb geleerd. Het is belangrijk dat de Rooms- katholieke Kerk op de weg van de oecumene blijft en dat we daar ook in Nederland steeds concreet gestalte aan geven. Hopelijk staan er steeds weer nieuwe mensen op om zich aan het werk voor de eenheid van de Kerk te wijden. Ik vertrouw daar op. De Katholieke Vereniging voor Oecumene biedt daarvoor een structuur. In de Vereniging worden ken- nis, ervaring en bestuurlijke verantwoordelijkheid op oecumenisch gebied gebundeld. Diverse geledingen in de Rooms-katholieke Kerk, niet alleen bisschoppen, maar ook parochies en katholieke organisaties kunnen daar gebruik van maken en zouden dat meer mogen doen. s Geert van Dartel (foto: Jan Peeters)

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=