Overeen 2019-43

De Makkabeese broers uit 2 Makk. 7,1-2.9-14 – de eerste lezing op Willibrordzondag dit jaar – zijn bereid te sterven voor de tra- ditie waarin zij staan. Voor ons in de vroege 21ste eeuw is dat niet zo gemakkelijk te begrijpen, omdat wij leven in een tijd waarin tradities er steeds minder toe doen. Wij zijn sterk geneigd om te denken dat ieder zijn eigen idealen zelf moet ont- dekken, of op zijn minst volledig moet kunnen verantwoorden. Trouw aan tradities door Marcel Sarot 4 • september 2019 Tradities daarentegen zijn aan ons voorgegeven, en meestal is het niet mogelijk ze volledig te verantwoor- den. Waarom zouden wij dan trouw zijn aan tradities? En in het bijzon- der aan de christelijke traditie? Hier wil ik graag vier redenen geven, die zijn gebaseerd op de theorie over tradities van de wetenschapsfilosoof Karl Popper. 1 Ik pas deze toe op de christelijke traditie Kompas Allereerst, aldus Popper, helpen tra- dities ons om ons te oriënteren in nieuwe, ons onbekende situaties, doordat zij ons feitelijke veronder- stellingen aanreiken waarvan wij vaak niet kunnen bewijzen dat zij waar zijn (en ook niet dat zij onwaar zijn, overigens). Zo’n feitelijke ver- onderstelling van het christendom is bijvoorbeeld het geloof dat het leven niet ophoudt met de dood. Deze overtuiging heeft consequenties voor ons praktisch handelen, zoals verwoord in Matt. 6:19-21: ‘Verzamelt u geen schatten op aarde, waar ze door mot en worm vergaan en waar dieven inbreken om te ste- len; maar verzamelt u schatten in de hemel, waar ze niet door mot of worm vergaan en waar dieven niet inbreken om te stelen.’ De vrijheid die deze overtuiging geeft zien wij terug in het handelen van mensen als pater Frans van der Lugt. Handelingsperspectief De tweede functie van tradities is volgens Popper dat zij richting geven aan ons handelen. Als voor- beeld noemt hij een Amerikaanse opname van Mozarts Requiem, die niet om aan te horen was. ‘Toen ik die opname had gehoord, begreep ik wat een gebrek aan muzikale traditie betekent.’ Een christelijk equivalent hier- van is: je naaste liefhebben als jezelf. Toegegeven, ook in het christelijk westen schieten wij hierin vaak tekort. De beteke- nis die dit gebod desalniette- min heeft, licht vaak pas op als wij in contact komen met cul- turen die überhaupt niet door dit gebod gevormd zijn. Stabiliteit Tradities zijn niet onveranderlijk, aldus Popper. Een derde functie van tradities is dat zij de stabiele achter- grond verschaffen waartegen veran- deringen kunnen plaatsvinden. Popper waarschuwt tegen canvas cle- aning : het geheel overboord zetten van bestaande tradities. Stel je eens een wetenschappelijke revolutie voor waarbij alle voorgaande wetenschap overboord werd gezet. Dat zou ver- nietiging van de wetenschap zijn, geen vooruitgang. Zo kan men ook religieuze tradities niet terzijde schui- ven om opnieuw te beginnen, tenzij men een enorme kaalslag voor lief neemt. Dat is bijvoorbeeld het geval waar de zondagsheiliging verdwijnt en de 24-uurseconomie ervoor in de plaats komt, en overal waar de mens gaat denken dat het hele universum om de mensheid draait. Cohesie De vierde en laatste functie van tra- dities heeft te maken met het feit dat tradities gedeeld worden door groe- pen. Wie zich tot een bepaalde tradi- tie bekent, geeft aan dat jij van haar mag verwachten dat zij zich zo gedraagt als leden van die groep zich gedragen. Dat betekent dat anderen weten wat zij van haar mogen verwachten, en ook wat niet. Van iemand met een visje achterop de auto verwacht je niet dat hij bum- per klevend anderen opzij drukt op de snelweg. Als dit toch gebeurt, dan kunnen wij de bestuurder daar ook op aanspreken. Tradities hebben meer waarde dan wij ons veelal realiseren. Zij bevatten de gestolde wijsheid van vorige generaties, en stellen ons zo in staat om op hun schouders te gaan staan en verder te zien dan zij. Daarom is trouw aan tradities nog altijd te waarderen. Hierbij dienen wij ons wel te realiseren dat een levende tra- ditie zich ontwikkelt, ook in de kerk. Veelzeggend zijn in dit verband de ervaringen van pastores met kerk- verlaters die na enkele decennia een bijzondere viering bijwonen. Het zijn juist deze buitenstaanders die moeite hebben met de ontwikkelin- gen die de liturgie heeft doorge- maakt. £ s Karl Popper (1902-1994) 1 Karl R. Popper, ‘Towards a Rational Theory of Tradition,’ The Rationalist Annual 66 (1949), 36-55, rpt. in: Conjectures and Refutations: The Growth of Scientific Knowledge (London 3 1972), 120-135.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=