Overeen 2019-42

2 • april 2019 ken wordt de toon gezet van de hele Paasnacht als één dienst van het ver- heerlijken van God en Christus. Na het Verrijzenisevangelie buiten voor de gesloten kerkdeur volgt ter ope- ning van de Metten van de Paas- nacht de doxologie een ‘eerbetui- ging’, en wel aan de drie-ene God: ‘Eer aan de heilige, leven schenken- de, ondeelbare Drie-eenheid, één in wezen, nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen.’ Dan volgt psalm 68, afgewisseld met de vaste korte paas- hymne die de hele paastijd klinkt: ‘Christus verrees uit de doden, door zijn Dood overwon Hij de dood, en Leven schenkt Hij hen die zijn in het graf’, en eindigend met de gewone doxologie waarmee elke Byzantijnse dienst doorweven is: ‘Eer aan de Vader, de Zoon en de heilige Geest, nu en altijd en in de eeuwen der eeu- wen. Amen.’ Na deze psalm trekt de processie de uitbundig versierde en nu hel verlichte kerk in en zoekt ieder zijn plaats. Ondertussen wordt de zogeheten Vredeslitanie, een lange reeks voorbeden, gezongen, eindigend in wederom een doxolo- gie: ‘Want U komt toe alle heerlijk- heid, eer en aanbidding, Vader, Zoon en heilige Geest, nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen.’ Paascanon Dan volgt de Paascanon van de heili- ge Johannes van Damascus met de acht Oden, één jubelzang op de Verrijzenis, met na elke Ode een klei- ne litanie (korte voorbede) die steeds eindigt met een doxologie. De Vijfde Ode begint en eindigt met de volgen- de strofe: ‘Wijden we deze morgen met onze morgenwijding voor de Heer. In plaats van met balsem eren wij Hem met ons lied’, zo de Verre- zene verheerlijkend. Midden in de Paascanon wordt het synaxarion gezegd, een soort afkon- diging van wat er deze dag gevierd wordt: ‘Op de heilige en grote Paas- zondag vieren wij de leven brengen- de Verrijzenis van onze Heer en God en Verlosser, Jezus Christus…’ Dat eindigt met een doxologie: ‘Aan Hem zij de eer en de macht tot in de eeuwen der eeuwen. Amen.’ In het verrijzenislied dat daarop volgt wordt gezongen: ‘Uw Kruis ver- eren wij, o Christus, Uw heilige Verrijzenis prijzen wij […]. Wij bezin- gen Zijn Verrijzenis, het Kruis ver- duurde Hij, door zijn Dood vernietig- de Hij de dood.’ Hier wordt de ver- heerlijking op Johanneïsche wijze als in één beweging van kruisdood en opstanding bezongen. In de Zevende Ode heet het dat ‘aan Hem alleen de eer en glorie’ toekomt. In de Achtste Ode ‘verheerlijken wij de Heer’, een zinsnede die daar wel drie keer wordt vermeld. In de Negende Ode klinkt een oproep om Christus te verheerlij- ken ‘O mijn ziel, verheerlijk Hem, die verrezen is op de derde dag uit het graf: Christus die ons het leven schenkt.’ Ook Jeruzalem wordt dan in die oproep betrokken: ‘Straal van licht, o nieuw Jeruzalem, want de glorie van de Heer is over u opge- gaan.’ Pasen van heerlijkheid De verrijzenisverzen met de lofpsal- men en Paaspsalmen iets verder in de dienst staan vol met het brengen van eer en lof aan God en aan de ver- rezen Christus. ‘Uw liefde voor ons verheerlijken wij, o God […] Heer, eer aan U.’ ‘Pasen, uw heerlijkheid openbaart zich vandaag’. Het Paas- feest heet er ‘Pasen van heerlijkheid’. Zo is de Byzantijnse Paasnacht één uitbundige lofprijzing en verheerlij- king. Hij zet de toon voor heel de Paastijd, tot aan de Woensdag voor Hemelvaart. De belangrijkste gezan- gen uit de Paasnacht worden immers iedere Zondagochtend in de Paastijd gezongen. En die dienst van de Paasnacht wordt weer gevierd op die laatste woensdag van de Paastijd. Zo is de hele tijd van Pasen omvat door een accolade van verheerlijking, het ‘Pasen van heerlijkheid’. £

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=